Koningsdag

De koninklijke trein richting Tilburg. Arme Willem, het hele land moet hij doorkruisen om uitgerekend dáár zijn vijftigste verjaardag te vieren. De koning kijkt naar buiten, daar schiet het landschap voorbij. Eindeloze landerijen. Goddank duurt het bezoek aan Tilburg maar twee uur.

En weer gaat zijn mobiel. Het is burgemeester Noordanus. Voor de derde keer deze ochtend en steeds hetzelfde verhaal: Tilburg gaat er een onvergetelijke dag van maken. Vreselijk. Alsof het zijn eigen keuze is z’n verjaardag in een industriestad te vieren, ergens nabij de Belgische grens. Het leven wemelt van de kleine gruwelen. Willem hoort de slepende monoloog van de burgemeester over ‘het verhaal van Tilburg’ beleefd aan.

Vijf minuten later hangt hij zuchtend op. Die burgemeester is aardig van de realiteit losgezongen. Hij kijkt naar Máxima. Zij is op een dag als deze zoveel sterker dan hij. Glimlachen, zwaaien, babbelen. Ja, zijn koningin kan dat als de beste. Altijd met een extra oog voor bejaarden en mensen met een beperking, precies wetend wanneer ze beide mondhoeken omhoog moet trekken.

De koninklijke trein rolt Tilburg binnen. Het station heeft sinds kort ook een achteruitgang. Daar zijn ze héél erg trots op in Tilburg, heeft de Rijksvoorlichtingsdienst hem verteld. Dus niet vergeten daar iets positiefs over te zeggen.

Máxima wenkt. Ja, hij weet het. Hij moet als eerste naar buiten stappen. Heel even hoopt hij vurig dat de treindeur een raam op de tiende verdieping is. Maar nee. Daar is het eerste zwaaimoment al. Volhouden nu. Hij haalt diep adem, recht de schouders, duwt zijn borst vooruit en zet voet op het perron. Nog 1 uur, 59 minuten en 55 seconden te gaan.

Eerder verschenen in Univers

 

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!