Hoe gaat hij het straks zijn dochtertje vertellen?

De 38-jarige echtgenote van Anton lijdt aan een zeldzame vorm van borstkanker. Ze heeft niet lang meer te leven. Het is een snijdend verdriet. Toch gloort er een minuscuul lichtpuntje aan de horizon: Trodelvy. Een nieuw medicijn dat de ziekte niet geneest, maar haar wel vijf extra, kwalitatief goede levensmaanden geeft. Dan kan ze nog net de tiende verjaardag van hun dochtertje meemaken. Haar allerliefste wens. Daar houdt Anton zich nu aan vast.

Maar helaas, het medicijn wordt niet vergoed. Volgens minister Kuipers (volksgezondheid) omdat de leverancier niet bereid is de prijs met 75% te verlagen. Nederland telt 139 kankerpatiënten die in aanmerking komen voor deze speciale behandeling. En Trodelvy kost 68 duizend euro per patiënt. Bij elkaar dus 9 miljoen euro en dat is geen ‘maatschappelijk aanvaardbare prijs,’ schrijft het ministerie. Daar mag Anton het mee doen. Dag en nacht waakt hij nu aan het bed van zijn echtgenote. Piekerend, malend. Anton begrijpt het niet. Wíé bepaalt nu eigenlijk wat wel of niet een ‘maatschappelijk aanvaardbare prijs’ is. Een groepje ambtenaren?

Soms, als zijn vrouw slaapt, slaat Anton een rondslingerende krant open. Laatst las hij dat de overheid al 9 miljoen heeft betaald aan dwangsommen, enkel en alleen omdat ambtenaren allerlei wettelijke termijnen hebben overschreden bij de trage afhandeling van de Toeslagenaffaire. Anton verbijt zich. Dát is dus 9 miljoen euro in Nederland: een paar ambtenaren die even geen zin hebben om wat sneller te werken.

Sindsdien spelt Anton het nieuws. Hij leest en leest, over al die andere kwesties waar geld nooit een probleem is. De renovatie van het Binnenhof bijvoorbeeld. Oorspronkelijk begroot op 475 miljoen euro, maar inmiddels opgelopen tot 734 miljoen. Het Binnenhof is de werkplek van 1250 ambtenaren. Deel die 734 miljoen door 1250 en je komt uit op 587.000 euro per Binnenhofbewoner. Waarom hoeft daar niet eerst 75% van de prijs af? Een vage, onbestemde woede maakt zich van Anton meester.

Op een dag belt hij lukraak naar het Binnenhof. Dat hij meneer Rutte wil spreken. Een voorlichter staat hem te woord. Boos doet Anton zijn beklag. De voorlichter vertelt hem dat je de uitgaven van verschillende ministeries niet zomaar met elkaar kunt vergelijken. Anton antwoordt dat ook de overheid geld maar één keer kan uitgeven, net als ieder ander. Hij begint te ratelen. Alleen al dit jaar bedraagt de Nederlandse militaire steun aan Oekraïne 2,5 miljard euro. Luchtdoelraketten die 3,7 miljoen euro per stuk kosten.

Anton voelt zijn lip trillen, maar toch stelt hij de vraag: “Waarom is het doden van Russen wel ‘maatschappelijk aanvaardbaar,’ maar het rekken van de levens van 139 kankerpatiënten niet? Is het soms omdat die laatste groep geen vuist kan maken? Want dat is toch hoe politiek werkt? Nou?” Waarop de voorlichter de verbinding verbreekt.
“Er is best geld, het wordt alleen verkeerd verdeeld!” roept Anton nog in zijn mobieltje, maar niemand die hem hoort.

Dus daar zit hij dan, verkreukeld van verdriet, aan het bed van zijn vrouw. Nu slaapt ze, maar hoe gaat hij het straks zijn dochtertje vertellen? Dat mama het enige werkbare medicijn niet gaat krijgen, want: te duur.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!