Ik ben al meer dan twintig jaar professioneel schrijver. Een van de gevolgen is dat veel vrienden en kennissen met hun sollicitatiebrief bij me aankloppen. Of ik er eens naar wil kijken?
Zodoende heb ik in die twee decennia een enorm aantal sollicitatiebrieven herschreven. En zonder valse bescheidenheid: ruim 90 procent van die brieven resulteerde in een uitnodiging voor een gesprek.
“Hoe doe je dat toch?” wordt me dan gevraagd. In deze longread leer ik je om een sollicitatiebrief te schrijven die jouw kansen om uitgenodigd te worden voor een gesprek, dramatisch vergroot. Alles draait daarbij om het volgende:
De ware uitdaging van een goede sollicitatiebrief is niet wát je vertelt (jij wil die baan, duh!) maar hóé je het vertelt.
A – De basis van elke sollicitatiebrief
De meeste mensen die schrijven, doen dat puur voor zichzelf. Een professionele schrijver doet dat juist niet. Die schrijft níét voor zichzelf, maar voor zijn lezers. Hij wil een publiek bereiken, heeft een doelgroep voor ogen. Daar stemt hij zijn tekst op af.
Met een sollicitatiebrief werkt het net zo. Een goede sollicitatiebrief stem je af op de lezer, jouw toekomstige werkgever. Dat is de persoon waar alles om draait. Dus… Verplaats jezelf in de lezer!
Dat is degene die jouw brief onder ogen krijgt. Het minste wat de lezer (het woordje ‘hij’ in plaats van ‘de lezer’ in de rest van deze longread graag ‘genderneutraal’ lezen!) van jou mag verwachten, is dat je je best hebt gedaan op je sollicitatiebrief. Waarom?
Omdat die brief de eerste kennismaking is.
Je kent het cliché: je krijgt nooit een tweede kans voor een eerste indruk. Als je er in je brief al een rommeltje van maakt (taal- en spelfouten, veel inspiratieloze zinnen), dan belooft dat weinig goeds. Immers, die rommelige brief laat zien hoe jij straks invulling gaat geven aan je nieuwe baan.
Verplaats je eens in je potentiële werkgever. Waarom zou hij op jaarbasis 35.000 euro aan jou spenderen als je al te lui bent om werk te maken van je sollicitatiebrief? Voor jou tien anderen! Wat zeg ik? Vijftig! Of misschien wel honderd, want we rollen weer holderdebolder een economische crisis in.
Enfin, je werkgever dus. Tientallen, zo niet honderd sollicitatiemails moet de ongelukkige doorlezen. En de brieven die hij leest, zijn allemaal hetzelfde. De ene standaardzin volgt de andere op: “Naar aanleiding van uw vacature in de Volkskrant van afgelopen zaterdag, wil ik hierbij graag solliciteren op de functie van…” Of: “Graag introduceer ik mijzelf als de ideale kandidaat voor de vacature van…” Een en ander gelardeerd met de woorden ‘proactief’, ‘passie’ en ‘out of the box’.
Vervolgens somt de sollicitant in zijn brief ook nog eens zijn complete cv op. Blijkbaar vindt hij het dus een goed idee om de lezer van zijn brief twee keer hetzelfde te laten lezen. Dat is dé methode om je potentiële werkgever te laten weten dat je niets te melden hebt.
Vreselijk.
Zo moet het dus niet. In de brief zelf gaat het vooral om wie jij bent. En jij bent geen dertien in een dozijn-type. Knoop het volgende goed in je oren: solliciteren is net als het leven zelf. Doe je wat iedereen doet, dan weet je zeker dat je nooit zult opvallen.
1. Kauw niets voor
Dit is de gouden regel voor elke sollicitatiebrief. Kauw de lezer niet voor hoe geweldig jij bent, maar laat hem zélf die conclusie trekken. In de schrijverij heet dat: Show, don’t tell.
Ik leg het je uit.
Veel mensen zien een sollicitatiebrief als een mooie mogelijkheid om eens lekker uitgebreid over zichzelf te praten:
“Vanzelfsprekend beschik ik over uitmuntende sociale vaardigheden”
“Ik heb dan ook uitzonderlijk veel bereikt in mijn werkende bestaan”
Daarom kan een sollicitatiebrief al snel ‘snoeverig’ overkomen. Ik weet niet hoe het met jou is, maar ik ken werkelijk niemand die van snoevende personen houdt. Op feestjes staan ze altijd binnen de kortste keren alleen.
Schrijf daarom nooit letterlijk: “Ik ben de meest geschikte kandidaat voor deze functie.” Waarom niet? Omdat de lezer (jouw potentiële werkgever) direct denkt: ‘Nou vriend, dat maak ik zelf wel uit’.
“Maar,” hoor ik je al denken, “je moet jezelf toch voorkopen?”
Absoluut! Maar niet zo.
Daarom luidt de hamvraag: hoe etaleer je al je kennis en kunde zonder arrogant over te komen?
Het antwoord: door je brief zó te schrijven en te verwoorden, dat de lezer zélf denkt: ‘Hé, dit is een goede kandidaat voor de job’.
Enkele voorbeelden:
Schrijf bijvoorbeeld niet “Ik ben sportief aangelegd.”
Nee, laat je werkgever zélf die conclusie trekken. Schrijf bijvoorbeeld: “In mijn vrije tijd maak ik elk weekend graag lange fietstochten, samen met de leden van tourclub De Kopgroep, een wielrenvereniging die ik samen met twee vrienden in 2015 oprichtte. Deze telt inmiddels meer dan tweehonderd leden.”
Wat denkt je toekomstige werkgever, nadat hij deze twee zinnen heeft gelezen? Hij denkt: ‘Dat is een sportief iemand!’ En hij denkt misschien ook wel: ‘Hé, een wielerclub opgericht? Dit is dus iemand die goed kan organiseren. En bereid is om de kar te trekken!’
Natuurlijk had je dat ook letterlijk kunnen schrijven: “Ik ben een sportief iemand die goed kan organiseren en bereid is de kar te trekken.” Maar dan leg je de lezer letterlijk jouw woorden in de mond. Juist door dat níét te doen, laat je hem zélf te conclusie trekken.
Dat is de ware kracht van deze aanpak. Je potentiële werkgever zal het gevoel hebben zélf tot het inzicht te zijn gekomen dat jij iemand bent die de kar kan trekken. Terwijl jij die gedachte toch echt als een zaadje in zijn hoofd hebt geplant. Het is jouw brief die hem die denkrichting in stuurde.
Schrijf dus niet “bovendien ben ik zeer intelligent, want ik heb een IQ van 165,” maar “in 2019 werd ik tweede op de Nationale Kampioenschappen Killer Sudoku.”
Verpakt in een simpele formule: je zegt niet letterlijk wat je zeggen wilt, maar geeft een sprekend voorbeeld.
Deze aanpak maakt jouw sollicitatiebrief nét ietsje anders dan al die andere. Zoiets wordt altijd gewaardeerd. Waarom? Omdat je zo laat zien dat je tijd en moeite in je schrijven hebt gestoken. ‘Mooi, dan steekt deze sollicitant vast ook tijd en moeite in zijn nieuwe functie’, redeneert je toekomstige werkgever.
Geef hem eens ongelijk! Na vijftig saaie, standaardbrieven is hij eindelijk bij jouw sollicitatiebrief aangekomen. Reken maar dat je op gesprek mag komen. Waarom? Omdat jij niet zo bent zoals al die anderen! Dat heb je hem niet letterlijk verteld, maar laten zien. Ook dát is een show, don’t tell. Ja, ik gooi je in deze longread dood met die term!
2. Oogcontact maken in je sollicitatiebrief
Het moet dus klikken tussen jou en de lezer van je sollicitatiebrief. En dat kan enkel wanneer je in je sollicitatiebrief ‘oogcontact’ maakt. Tenminste, zo noem ik dat altijd. Je kent de gouden regel uit het verkeer: pas wanneer je oogcontact hebt gemaakt met een andere weggebruiker, weet je zeker dat hij je heeft gezien.
Met schrijven is dat net zo.
Oogcontact maken in je sollicitatiebrief, betekent dat je bereid moet zijn iets van jezelf te laten zien. Door je niet te verbergen achter afstandelijke, zakelijke taal. Oogcontact maak je ook niet door alle cliché-zinnen te herhalen die andere sollicitanten ook al schrijven.
Maar hoe doe je dat dan?
Bijvoorbeeld door een persoonlijk verhaal te vertellen, over je overleden moeder, voor wie je lange tijd mantelzorger was. Daarom zit er een gat van twee jaar in je cv. Maar nu wil je toch echt weer graag als verpleegkundige aan de slag.
Ik zeg wel ‘verhaal’, maar zoiets kan in één of hooguit twee zinnen.
Of vertel waarom je vindt dat je in je huidige baan niet op de juiste plek zit. Niet op een verwijtende manier vanuit die ander (“mijn baas is een eikel”) maar puur vanuit jouw oogpunt. Eerlijk zijn loont, het zorgt voor herkenning. Jezelf een klein beetje kwetsbaar opstellen (meer daarover in punt 4), valt op. Temeer omdat het overgrote deel van al die andere sollicitanten dat niet doet.
Waar het om draait, is dit: degene die jouw sollicitatiebrief leest, wil weten hoe je bent gekomen tot waar je nu bent.
3. Jouw motivatie
Eerst hoe het niet moet. Wanneer je een motivatie op papier zet die inwisselbaar is (eentje die zo algemeen is dat je hem naar meerdere werkgevers kunt sturen), dan weet je één ding zeker: die motivatie is niet specifiek genoeg. Schrijf je motivatie zó dat het de lezer duidelijk is dat je je in de functie en in het bedrijf hebt verdiept.
Je motivatie is datgene wat je sollicitatiebrief persoonlijk maakt. Dáárom vragen steeds meer werkgevers heel specifiek om een motivatiebrief en niet om een sollicitatiebrief. Ze zijn al die clichézinnen waarachter sollicitanten zich verschuilen meer dan beu. Ook hier draait het dus om oogcontact.
Bezondig jezelf daarom niet aan leugentjes als “werken in een administratieve functie is mijn lust en mijn leven.” Elke werkgever prikt daar direct doorheen.
Laat zien dat je het bedrijf (of de organisatie) kent. Lees je dus in.
Het is onmogelijk een goede sollicitatiebrief te schrijven wanneer je bijvoorbeeld niet eens op de website van je toekomstige werkgever hebt gekeken. Googel zo uitgebreid mogelijk op het bedrijf in kwestie.
Stel, je wilt solliciteren op een functie bij Coolblue. Eén blik op hun website (dan kom je bijvoorbeeld hier terecht) leert je al dat een zeer formele brief geen goede insteek is. Met een brief die op de tone of voice van het bedrijf aansluit, laat je dus al zien dat je de organisatie kent – of op zijn minst dat je je erin hebt verdiept.
Schrijft je toch een heel formele brief? Dan is het de meneer of mevrouw van Coolblue direct duidelijk dat je óf de bedrijfscultuur niet kent óf geen zin had om je erin te verdiepen. Wat zegt dat over jouw motivatie?
4. Je sterke en zwakke kanten
Allereerst moet je natuurlijk weten wat je waard bent, je eigen sterktes en zwaktes kennen. Als je die kent, dan kun je daarmee rekening houden tijdens het schrijven. En daar ook open over zijn.
Je sterktes laat je zoveel mogelijk naar voren komen. Niet door ze letterlijk te benoemen, maar door voorbeelden te geven.
Denk na over je sterktes. Stel jezelf vragen als:
‘Waarop ben ik trots, zowel op professioneel als persoonlijk vlak?’
‘Wat ambieer ik?’
‘Hoe wil ik dat anderen mij zien?’
Vraag ook anderen om input. Het liefst mensen die jou in verschillende hoedanigheden kennen. Vrienden, ex-collega’s, familieleden, een vroegere chef. Stel hen vragen als:
‘Waar ben ik volgens jou goed in?’
‘Vind je dat ik bepaalde kwaliteiten heb die anderen niet of nauwelijks hebben?’
En eventuele zwaktes?
Veel sollicitanten benoemen die niet. Terwijl je dat juist wel moet doen. Maar dan op zo’n manier dat het iets positiefs zegt over jou als persoon.
Stel, je wilt een bepaalde functie heel graag, maar je mist de opleiding én de werkervaring. Dan kun je schrijven: “Ik mis de betreffende opleiding, maar ben natuurlijk gaarne bereid deze alsnog te volgen.”
Die motivatie is niet per se ‘fout’, maar wel te mager. Immers, voor jou tien anderen. Je moet de lezer dus een reden geven om je tóch het voordeel van de twijfel te gunnen.
Stel, je wilt uitvaartverzorger worden, maar mist de opleiding en de specifieke ervaring. Hoe pak je dat dan aan? Je googelt een flink aantal interviews met uitvaartverzorgers en leest ze allemaal aandachtig door. Als het goed is, krijg je daardoor een helder beeld van wat het vak daadwerkelijk inhoudt. De essentie, zogezegd. Dat schrijf je op, compact verwoord in enkele zinnen. Die moeten dan wel écht de kern raken.
Met een klein beetje geluk valt het de potentiële werkgever op dat jij – ondanks nul ervaring – een kraakhelder beeld hebt van wat het vak van uitvaartverzorger inhoudt. Dat maakt nieuwsgierig.
Zo maak je van je zwakte (geen werkervaring in de betreffende functie) een sterkte: tóch precies weten wat het werk inhoudt. ‘Best wel bijzonder’, zal de lezer van je sollicitatiebrief denken.
Hopelijk heb je nu door hoe het ongeveer werkt, want ook hier betreft het een geval van show, don’t tell zoals besproken in punt 1 van deze longread.
Maar bedenk wel dat het schrijven van die ene alinea, van die paar zinnetjes, je makkelijk enkele uren kan kosten. Interviews lezen met uitvaartverzorgers, nadenken, proberen de essentie te verwoorden. Aan al die zinnetjes vijlen, en zo verder.
En zo belanden we dus bij…
B – Het schrijven zelf
Allereerst, niemand schrijft een sollicitatiebrief in één keer goed. Eenieder die beweert dat wel te doen, zegt met zoveel woorden dat hij zijn tekst op papier kwakt, om er vervolgens niet meer naar om te kijken.
Je kunt simpelweg niet verwachten dat de eerste versie van je sollicitatiebrief ‘raak’ is. Die eerste versie is er om je gedachten op papier te gieten. De tweede en derde versie stellen je in staat om alles te ordenen, te verfijnen tot één samenhangend geheel.
Pas na een aantal versies krijgt je sollicitatiebrief vorm. Met andere woorden: schrijven is vooral herschrijven. Met slordig geformuleerde zinnen en clichés jaag je de lezer weg. Hij haakt direct af, waarna jouw brief op de verkeerde stapel belandt.
Veel mensen verkleden simpele mededelingen in iets moeilijks wanneer ze het op papier zetten. Een beetje zoals advocaten en ambtenaren daar een handje van hebben. Dan schrijven ze ‘ik was werkzaam in de keuken van een etablissement alwaar klanten de mogelijkheid geboden werd om tegen betaling Italiaanse voedingswaren te nuttigen’ in plaats van ‘ik was kok in een Italiaans restaurant’.
De lezer is foetsie als hij je niet meteen begrijpt. En hopla, wederom belandt je brief op de verkeerde stapel. Voor jou tien anderen.
Onthoud: minder formeel schrijven is alvast een goed begin. Schrijf actief en in korte, heldere zinnen.
Bijkomend voordeel: zo blijft je sollicitatiebrief beperkt tot één kantje. Dat is meer dan genoeg. Niemand zit te wachten op een ellenlang epistel met vreselijk langdradige zinnen.
Hoe korter, hoe beter: gewoon 1 A4’tje dus. Wanneer jij je best doet om de reden achter jouw sollicitatie in zo eenvoudig mogelijke bewoordingen uit de doeken te doen, dan zal de lezer je dankbaar zijn. En jouw aandacht voor het schrijven vertaalt zich in het feit dat jouw brief ook met aandacht wordt gelezen.
Kom dus direct ter zake. Waarom? Een werkgever die een slordige honderd sollicitatiemails moet doorlezen, scant in ieder geval altijd de eerste twee alinea’s.
Schrijf zo concreet mogelijk. Wat bedoel ik daarmee? ‘Ik had een interessante functie’ is bijvoorbeeld absoluut niet concreet. ‘Als medewerker kwaliteitszorg was ik verantwoordelijk voor…,” is wel concreet. Dan spreken je prestaties voor zich.
Dat geldt ook voor persoonlijke zaken die je meldt. ‘Ik sport graag’ is veel minder concreet dan ‘elke zaterdag ben ik als grensrechter te vinden op de velden van voetbalvereniging De Graskabouters’.
En ‘door persoonlijke omstandigheden was ik een half jaar uit de running’ is veel minder concreet dan ‘na de plotselinge dood van mijn moeder, was ik twee jaar lang mantelzorger voor mijn hulpbehoevende vader’.
Hopelijk zie je de connectie met wat ik eerder vertelde. Als je heel concreet bent, sluipt dat zo graag geziene ‘show, don’t tell’ bijna als vanzelf in je brief. Nice!
Hoe concreter je schrijft, des te meer het beeld van jou gaat leven bij de lezer van je brief. Je (hopelijk) toekomstige werkgever die na 99 sollicitatiebrieven die allemaal hetzelfde zijn, eindelijk jouw brief onder ogen krijgt.
1. Hoe begin ik?
Schrijf sowieso de openingszin van je sollicitatiebrief pas als allerlaatste, maar dat terzijde.
Schrijven is herschrijven, zei ik al. Maar herschrijven is vooral ook snoeien. Want snoeien doet bloeien.
Een goede brief begint daarom met minimaal twee keer zoveel informatie als uiteindelijk in de definitieve versie komt te staan. Net zoals niet elke geschoten scène in de uiteindelijke film belandt, zo belandt ook niet elke geschreven zin in de uiteindelijke versie van je brief.
Er wordt veel meer weggeknipt dan dat er aan het eind overblijft. Je gaat van kwantiteit naar kwaliteit.
2. Snoeien doet bloeien
Maar… hóé snoei je dan?
Een aantal tips:
• Schrap alle woorden die niets of te weinig zeggen: erg, heel, zo, dan, toch, best, dus, zeer, enorm, eigenlijk, er. –> hier vind je meer info.
• Staan er lange zinnen in je sollicitatiebrief? Een zin die je niet hardop kunt voorlezen zonder ergens halverwege naar adem te happen, kun je gegarandeerd opsplitsen in twee of drie losse zinnen. Lange zinnen bezitten een ingewikkelde structuur en bevatten vaak te veel informatie. Dwing de lezer niet een zin te herlezen omdat hij deze in eerste instantie niet begrijpt.
• Tikfouten? Ze staan zo slordig! De spellingscontrole haalt lang niet alle fouten uit je tekst. Dat zullen je ogen moeten doen. Verander daarom het font. Maar verander het dan ook drastisch. Van 12 naar 22 punt bijvoorbeeld. En lees vanaf papier, niet vanaf het beeldscherm. Laat je printer ratelen.
• Schrijf in de actieve vorm. Dat is niet alleen compacter, maar vooral ook persoonlijker dan de passieve vorm. De passieve vorm wordt vaak gebruikt door bijvoorbeeld ambtenaren en juristen. Dat doen ze met een reden. De passieve vorm schept afstand. Maar ‘afstand’ is nu net iets wat jij niet wil. Weet je niet wat de ‘actieve vorm’ is? Kijk dan hier.
• Streep alle clichés weg (“grote uitdaging”, “proactief”, “met veel passie”). Dergelijke dooddoeners zijn hét recept om direct afgewezen te worden. Waarom? Clichés geven de lezer namelijk een luie indruk van de schrijver, die zomaar wat algemeenheden uit andere brieven heeft geknipt en geplakt. Ze maken je brief onpersoonlijk, waardoor jij jouw toekomstige werkgever dus in het geheel niet laat zien wie jij bent. Terwijl dát het doel van je sollicitatiebrief is: de werkgever laten zien wie zijn mogelijk nieuwe werknemer is.
• Zitten er verbanden tussen de zinnen? Zo houd je de lezer bij de les en wordt je brief een logisch geheel. Gebruik voor overgangen (bijvoorbeeld tussen alinea’s) woorden als:
– Hoewel
– Overigens
– Daarom
– Daardoor
– Maar
– Desondanks
3. De afsluiting
Houd het simpel. Ben je IT’er, sluit dan in hemelsnaam niet af met iets als “met digitale groet”. Gewoon “Met vriendelijke groet” volstaat. En een zin als “graag licht ik mijn motivatie verder toe in een persoonlijk gesprek” heeft je toekomstige werkgever al 100.000 keer gelezen. Ook hier geldt daarom: doe eens niet zo clichématig!
Kun je niet zo snel een betere afsluitende zin bedenken? Google brengt altijd redding. Zoek naar voorbeelden van sollicitatiebrieven. Daar staan vast afsluitende zinnen (of ideeën om je brief af te sluiten) waarmee je iets kunt. Wat dat betreft hoef je het wiel echt niet opnieuw uit te vinden.
Hetzelfde geldt – hopelijk heb je dat nu door – ook voor je openingszin.
4. Het curriculum vitae
Het heeft geen enkel nut om in je cv letterlijk álles te vermelden wat je gedaan hebt op professioneel (en persoonlijk) vlak. Dan ziet de lezer door de bomen het bos niet meer.
Stel je cv omgekeerd chronologisch op. Begin dus met je meest recente baan en functies. In wezen is je cv jouw geschiedenis, een puntsgewijs verhaal. Wat bracht jou tot hier, tot het moment waarop jij besloot deze sollicitatiebrief te schrijven?
Niet alles wat je in je leven hebt meegemaakt en niet elke functie die je hebt bekleed, is relevant voor dat verhaal.
Pik daarom alleen die functies en verantwoordelijkheden eruit die aansluiten bij de eisen van de functie waarop jij solliciteert. Overige functies die niet echt ter zake doen, benoem je zo kort mogelijk (snoeien doet bloeien, weet je nog?), om te laten zien dat er geen ‘gaten’ in je cv zitten.
Als er gaten in je cv zitten
Was je lang zonder werk? Dan kun je eventueel jaartallen weglaten uit je cv. Maar sterker is het om de periodes waarin je zonder werk zat, uit te leggen. Als je dat niet doet, en je potentiële werkgever ziet het gat in de tijdlijn, dan vult hij in zijn hoofd zelf een reden in. Dat is iets wat je niet wilt.
• Zorgde je voor een ziek familielid? Vertel dan dat je mantelzorger was.
• Deed je vrijwilligerswerk? Vertel dat dan.
• Probeerde je als zzp’er aan de bak te komen, maar was dat toch niet jouw ding? Vertel dat dan.
• Denk je dat je te oud bent? Noem toch maar je geboortedatum. En etaleer al je ervaring.
• Heb je veel gereisd of een wereldreis gemaakt? Benoem het kort. Het laat je ondernemingslust zien.
• Te veel vorige banen? Benoem niet elke baan, maar wel elke branche. Bijvoorbeeld: ‘Werkervaring in diverse Retail-functies: 2010 – 2014’.
Ik hoop dat het kwartje nu langzaam maar zeker begint te vallen. Ook dit zijn voorbeelden van ‘oogcontact maken’!
Alles samengebald in één alinea
Een goede sollicitatiebrief zegt oprecht iets over wie en hoe jij bent. En waarom je graag die baan wilt.
Stel je jouw toekomstige werkgever voor, met meer dan honderd sollicitatiebrieven in zijn mailbox. Negenennegentig snoeverige teksten boordevol clichés. En één sympathieke mail waarin de schrijver vlot en op persoonlijke wijze vertelt wie hij is, wat hij doet en waarom hij op deze functie solliciteert.
Maar het omgekeerde is natuurlijk ook waar! Moet je verplicht solliciteren (bijvoorbeeld van het UWV) en kun je alleen maar vacatures vinden waar je echt niets in ziet? Dan is een nette brief vol algemeenheden en clichés dé manier om afgewezen te worden. Doe er je voordeel mee! (-;
En het sollicitatiegesprek?
Daar gaat deze longread eigenlijk niet over. Maar als bonus toch even heel kort: de beste tip die ik je kan geven, is deze. Draai de boel om. Denk niet ‘ik wil deze baan zó ontzettend graag’, maar: ‘ik ben benieuwd of deze werkgever bij me past’.
Net als in het ‘gewone’ leven. Als ik nieuwe mensen ontmoet, maak ik me niet meer druk over de vraag of ze mij nu wel of niet aardig vinden. De vraag is of ik hén aardig vind.
Waarom zou dat bij solliciteren opeens anders zijn? Zij zijn kritisch op jou, dus dan mag jij kritisch zijn op hen. Die houding drukt eventuele zenuwen goed de kop in.
Bovendien laat je zo de persoon aan de andere kant van de tafel zien (show, don’t tell!) dat hij niet de enige is die een beslissing heeft te nemen.
Ook dat maakt jou als sollicitant een stuk begeerlijker.
Tot slot
Schrijven kost tijd. Het is een vorm van communicatie. De enige regel die geldt voor het schrijven van een sollicitatiebrief, is dat het effectief moet communiceren. Verder zijn er geen regels.
De persoon die jouw sollicitatiebrief leest iets duidelijk maken of bijbrengen, is moeilijker dan je denkt. Je hebt enkel woorden. Geen intonatie, geen lichaamstaal, niets.
Natuurlijk mag je schrijven zoals je wilt. Niets is per se fout. Maar wanneer je graag hebt dat die ander je sollicitatiebrief van begin tot eind leest, moet je toch echt oogcontact met hem of haar maken.
Mail je brief als pdf-bestand. Dan weet je zeker dat de lay-out intact blijft. En vergeet de mail ter begeleiding niet.
Is succes gegarandeerd wanneer je alle tips en aanbevelingen uit deze longread opvolgt? Nee, natuurlijk niet. Je krijgt een baan nooit enkel vanwege je brief. Ook het sollicitatiegesprek moet goed verlopen. En je moet een beetje geluk hebben. Het is nooit enkel de brief die jou een baan oplevert, maar altijd een optelsom.
Veel succes!