Een column of opiniestuk schrijven in 7 stappen

Wat je gaat leren…

In deze longread (leestijd: 15 minuten) help ik je om een column of opiniestuk te schrijven. Wat ik je leer, is om methodisch te werk te gaan (in plaats van ‘zomaar iets te doen’) en je gedachten zo te formuleren dat ze invloed hebben op de lezer.

Daarom is deze longread zowel geschikt voor ervaren columnisten en opiniemakers die graag willen begrijpen wáárom hun teksten goed zijn (en zo hun werk dus nóg beter kunnen maken), maar ook voor hen die onervaren zijn en nog niet het (zelf)vertrouwen hebben om (online) te publiceren.

Waarom een column of opiniestuk schrijven?

Er zijn vele redenen om een column of opiniestuk te schrijven. Mijn favoriete reden is:

Invloed!

Als je iets belangrijks te melden hebt én je kunt goed schrijven, dan beheers je het ambacht om de lezer een bepaalde denkrichting in te sturen.

Misschien heb je (grote) gedachten over een bepaald onderwerp. Wie weet zelfs een mening tegen de stroom in. Je bewijst je medemens een slechte dienst wanneer je al die gedachten voor jezelf houdt. Want schrijf je die gedachten op, dan bereik je honderden, misschien wel duizenden mensen. Bovendien: schrijven kost niets (behalve tijd).

Echt goede columnisten en opiniemakers veranderen de wereld een héél klein beetje, gewoon vanachter hun toetsenbord. Kijk, dát is invloed!

Dus wat let je?

Duidelijkheid

Schrijven is niet per se moeilijk. Je hebt er ook geen uitzonderlijk talent voor nodig. Schrijven is in zekere zin vooral nadenken. Schrijven en nadenken gaan dus samen. Yin en yang, communicerende vaten. Terwijl jij langzaam maar zeker beter wordt in jouw schrijven, word je ook een beter in jouw denken.

Een goede column of een sterk opiniestuk kenmerkt zich dus niet alleen maar door stijl. Oké, stijl ís belangrijk, maar tegelijkertijd is het slechts één aspect van datgene wat we ‘goed schrijven’ noemen.

Door helder te denken, zie je tegenstrijdigheden in jouw tekst. Door helder te denken, kun je argumenten met elkaar verbinden. En door beter te schrijven, leer je ook om duidelijker en overtuigender te communiceren.

Goed schrijven is dus vooral helder denken. Als je dat kunt, lezen mensen je graag. Waarom? Omdat ze juist dan vinden dat je daadwerkelijk iets te melden hebt.

Oké, daar gaan we dan met de 7 stappen:

Stap 1 – Kies een onderwerp

Simpel gesteld, kun je schrijven over drie verschillende zaken:

  • Je kunt schrijven over iets dat iedereen al weet.
  • Je kunt schrijven over iets dat iedereen al weet, maar jij hebt er een tegendraadse (of nog beter: unieke) kijk op.
  • Je kunt schrijven over iets dat niemand weet, maar jij wel. Bijvoorbeeld omdat je je uitvoerig in het onderwerp hebt verdiept.

In punt 1 en 3 zijn de minste lezers geïnteresseerd. Steek je van wal over punt 1, dan denken ze: ‘duh, wist ik allang…’ Steek je van wal over punt 3, dan vinden ze je waarschijnlijk maar een rare nerd: iemand die per se wil praten over een onderwerp dat hem of haar mateloos interesseert, maar verder niemand, zeker niet de lezer.

Punt 2 is dus verreweg het meest interessant. Focus je daar dan ook op.

Het beste onderwerp om over te schrijven, is jouw “stokpaardje”: een thema dat te pas en te onpas door je hoofd stuitert en dat je maar wat graag tot op de bodem zou willen uitzoeken. Of iets waar je het graag over hebt, maar waar je tegelijkertijd zoveel van af weet, dat je niet eens weet wáár je zou moeten beginnen.

Stap 2 – Wat wordt het doel?

Het doel van je column of opiniestuk kan bijvoorbeeld zijn:

  • Iets melden dat iedereen (stiekem) denkt, maar niemand hardop zegt (of durft te zeggen).
  • De lezer een inzicht bijbrengen over iets (actueels).
  • Een ingewikkeld onderwerp terugbrengen tot iets dat voor iedereen te begrijpen is.
  • De lezer jouw oplossing presenteren voor een (actueel) probleem.
  • De lezer een (spannende of emotionele) anekdote vertellen, die een levenswijsheid bevat.

Stap 3 – De eerste alinea

De eerste alinea is onnoemelijk belangrijk. Die trekt de lezer jouw column of opiniestuk in.

Laat ik je eerst uitleggen hoe het níét moet. Waarschijnlijk heb je ooit (als leerling of als student) geleerd dat je in de eerste alinea het belang van je onderwerp moet vermelden, plus een samenvatting van de belangrijkste punten die je in je tekst gaat maken. De reden? Dan weet de lezer wat hij kan verwachten.

Welnu, dat werkt niet.

Het doel van de eerste alinea: de lezer ‘aan de haak slaan’. Vervolgens trek je hem of haar je verder je tekst in. Zo’n ‘lijntje uitgooien’ doe je bijvoorbeeld door middel van:

Dit zijn zomaar vier lijntjes die je kunt uitgooien om de lezer aan de haak te slaan. Natuurlijk zijn er veel meer lijntjes te bedenken. Zolang je de volgende stelregel maar in acht neemt: een lijntje móét de lezer nieuwsgierig maken. En dat doe je door hem in de inleiding informatie te onthouden. Dat maakt nieuwsgierig. Waarna de lezer dus verder leest.

Met een goede eerste alinea verdien je de goodwill van de lezer. Vervolgens zal hij of zij veel eerder geneigd om een volgende wat minder lopende of saaie alinea voor lief te nemen. Je hebt zijn of haar nieuwsgierigheid immers al gewekt met je geweldige inleiding.

Tips:

  • Vraag jezelf af: Stel dat iemand anders deze eerste alinea zou schrijven, wat zouden dan de meest boeiende vragen zijn die hij/zij kan opwerpen om jou nieuwsgierig te maken?
  • Het is dus handig wanneer je jouw lezerspubliek een klein beetje kent. Als je niet eens weet wie je doelgroep is, dan is het vele malen lastiger om lezer(s) aan de haak te slaan.

Een goede eerste alinea helpt je verder én bespaart tijd
Het antwoord op de vraag die je in de eerste alinea stelt, wordt het onderwerp van jouw column of opiniestuk. Heb je een écht interessante vraag gevonden, dan weet je bijna zeker dat de rest van jouw tekst dat ook zal zijn.

Stap 4 – De (rommelige) braindump

Het doel van het schrijven van je eerste versie is niet perfectie. Maak je dus vooralsnog geen zorgen over ‘goed’ schrijven: Je eerste ontwerp is enkel bedoeld om ideeën te genereren, om je gedachten op papier te krijgen, zodat je zeker weet dat je niets vergeten bent.

Kwantiteit boven kwaliteit dus. Het herschrijven komt later aan bod.

Denk daarom niet eindeloos na voordat je begint met je braindump. Dat is inefficiënt. De beste manier om na te denken, is door te schrijven. Dat dwingt je hersenen om punten met elkaar te verbinden, connecties te leggen. Zo kom je van de ene gedachte op de andere.

Daar gaan we!

  1. Schrijf je eerste hersenspinsels op. Dump al je (half gevormde) ideeën en gedachten in een overzicht. Zie het maar als ‘brainstormen zonder structuur’. Je ontkurkt je geest. Focus op ideeën, gevoelens, inzichten en gedachten die interessant of verrassend zijn. Als iets voor jou interessant of verrassend is, dan is dat negen van de tien keer ook voor jouw lezerspubliek.
  2. Doe ook aan onderzoek. lees bijvoorbeeld wat anderen (online) over jouw onderwerp schrijven. Niet om dat over te pennen, nee, maar wat zij zeggen, kan jou weer op ideeën brengen. Wanneer je nieuwe informatie vindt die zelfs jou – als goed geïnformeerde schrijver – verrast, zal het zeer zeker ook je lezers verrassen.
  3. Focus je op wat jou interesseert en verrast. Dan komt jouw stem naar boven in je tekst. Lezers merken dat jij om je onderwerp geeft en met welk perspectief jij de wereld beziet. Zij zijn hier dol op. Het maakt je column of opiniestuk persoonlijk.

Tips voor je braindump:

  • Houd de vaart erin tijdens dit ‘leeglopen op papier’. Als de ideeën niet meer stromen, vraag jezelf dan af: Wat zijn de interessante implicaties van hetgeen ik net heb opgeschreven?
  • Vind je dit ’leeglopen op papier’ lastig? Doe dan alsof je iemand een e-mail stuurt. Dat kalmeert je geest.
  • Je krijgt nóg meer ideeën door ergens halverwege je braindump enkele uren rust te nemen en na te denken over wat je tot nu toe geschreven hebt. Al mijmerend kom je zo op nieuwe ideeën.

Als het goed is, heb je nu aan gedachten, ideeën en associaties vele malen meer tekst dan je kwijt kunt in je column of opiniestuk. Het ging immers om kwantiteit en niet om kwaliteit.

Stap 5 – Schrijf je eerste, ruwe ontwerp

Nu is het zaak om alle gedachten, ideeën en associaties met elkaar te verbinden.

Streep eerst alle hersenspinsels weg die jou (om wat voor reden dan ook) bij nader inzien toch niet zo heel erg intrigeren. Vaak doe je dat op gevoel. Print alles uit en zet een krul voor elk stuk tekst wat jou om de een of andere reden wél intrigeert. En een kruis voor datgene wat jou niet echt boeit.
Plaats wat je overhoudt (alle gedachten en ideeën die jou dus wél boeien) in een logische volgorde. Dat ‘rangschikken’ doe je door op zoek te gaan naar de rode draad. Wat hebben al die gedachten en ideeën die jou blijkbaar zo fascineren, nu met elkaar gemeen? Als je dát weet, kun je er ook een logische volgorde in aanbrengen. Neem hiervoor uitgebreid de tijd en bedenk: hoe logischer de rangschikking, des te makkelijker het is om alle afzonderlijke fragmenten met elkaar te verbinden.

Kom je er niet uit? Neem dan even afstand en leg je tekst minimaal enkele uren weg. Nog beter is een hele nacht. Lees alles daarna nogmaals door en vraag jezelf af: ‘Waar gaan al deze gedachten en ideeën nu écht over? Wat probeer ik te zeggen?’ Het antwoord op die vraag (liefst verwoord in één krachtige zin) is de rode draad die door jouw column of opiniestuk moet lopen. Waarschijnlijk zal die niet veel verschillen van de keuze die je maakte bij het nemen van Stap 2, het bepalen van je doel.

Aan de hand van de rangschikking die je nu hebt, schrijf je de eerste ruwe versie van je tekst. Maak je ook in dit stadium nog niet druk om lelijke zinnen. De eerste versie van elke tekst is altijd zeer matig, ook bij professionele auteurs. Simpelweg omdat een gedachte die je voor het eerst verwoordt, negen van de tien keer onsamenhangend is opgeschreven. Bijna in spreektaal. Mocht je niet weten hoe lelijk spreektaal is, neem dan eens een gesprek op dat je met iemand hebt en schrijf alles wat gezegd is, daarna letterlijk uit. Je zult zien dat geen enkele zin taalkundig gezien goed loopt. Het is een zootje.

Maar dat is hier nog niet erg. Precies zoals je je bij de bouw van een huis niet in een vroeg stadium druk maakt om de kleur van de kozijnen. Dat is voor later. Eerst maar eens de buitenmuren opzetten!

Dus… staan ze, die buitenmuren? Gefeliciteerd! Je hebt de allereerste ruwe versie van je column of opiniestuk af!

Stap 6 – Herschrijven

Ik ga er niet omheen draaien. Het herschrijven van de allereerste, ruwe versie van jouw tekst – om zo tot een duidelijke, beknopte én interessante tekst te komen – is veel werk. Dit is dan ook de stap die ik altijd “de grote scherprechter” noem. Hier wordt het kaf van het koren gescheiden.

Wie niet van herschrijven houdt, kan maar beter nooit aan schrijven beginnen.

Waarom? Je herschrijft je tekst teneinde precies dát te zeggen wat je wilt zeggen; met zo min mogelijk woorden. Hoe meer woorden je gebruikt, des te groter is de kans dat je column of opiniestuk veel weg heeft van een rommelig betoog.

Hoe dan ook, verwacht nóóit dat je lezers jouw argumenten zelf wel uit de tekst weten te vissen. Want waarom zou je dat verwachten? Precies, uit luiheid. Ik kan je verzekeren: de lezer voelt dat en klikt jouw tekst weg. Doei.

Als je onduidelijk formuleert, schrijf je voor een publiek van één: jezelf. Je kunt dan beter in je dagboek schrijven.

Schrijven gaat altijd over overtuigingskracht en duidelijkheid. Dat bereik je door je tekst eenvoudig te houden. Vergeet nooit dat eenvoudig schrijven gelijk staat aan overtuigend schrijven.
Je overtuigt door:

6.1 – Helder te schrijven
6.2 – Beknopt te schrijven
6.3 – Boeiend te schrijven

6.1 – Helder schrijven

Helder schrijven is zó schrijven dat de lezer jouw betoog en gedachten makkelijk kan volgen. De lezer moet elk punt dat je maakt, gemakkelijk kunnen begrijpen. Wéét wat je wilt zeggen. Helder schrijven lukt alleen wanneer jouw gedachten over wat je zeggen wilt, helder zijn.

Er zijn diverse manieren om al schrijvende de helderheid van je tekst te vergroten. Mijn advies: pas ze allemaal toe!

6.1.1 – Schrijf zodat een dertienjarige jou kan volgen
Immers, als een dertienjarige jou kan begrijpen, dan kunnen anderen dat ook. Een dertienjarige moet dus de logica kunnen volgen achter elk van de door jou gepresenteerde argumenten en gedachten. Streep daartoe alle ‘overhead’ aan dure woorden en ingewikkeld geconstrueerde zinnen weg. Bijkomend voordeel: zo komt het onderliggende punt dat je wilt maken bijna als vanzelf naar boven, het heeft eindelijk de ruimte!

De complexiteit van je schrijven komt voor uit de kracht van je ideeën, niet uit de ingewikkelde wijze waarop je je ideeën formuleert.

6.1.2 – Gebruik eenvoudige, concrete zinnen
Verander abstracte, complexe zinnen in concrete zinnen. Schrijf bijvoorbeeld niet: ‘wanneer het gaat om de werkloosheidscijfers, dan moet geconcludeerd worden dat de stad Rotterdam recordhouder is’, maar schrijf simpelweg: ’Rotterdam telt de meeste werklozen’.

En bedenk: het feit dat je je zinnen vereenvoudigt, betekent niet dat je je ideeën verzwakt. Integendeel. Bij abstracte, complexe zinnen krijgt de lezer het gevoel dat de schrijver om de hete brei heen draait: waarom heeft hij zoveel woorden nodig om iets simpels te zeggen?

Hoe concreter de zin, des te overtuigender je bent.

6.1.3 – Gebruik minder ideeën per zin
Hoe meer ideeën een zin bevat, des te moeilijker deze door je hersenen kan worden begrepen. Simpel gesteld: hoe langer de zin, des te meer feiten en details je hersenen met elkaar moeten combineren. Dat maakt het begrijpen van een complex argument dus nog moeilijker. Houd zinnen zo kort mogelijk en bedenk dat je in een lange zin het woordje ‘en’ vaak ook kunt vervangen door een punt. Dus: ‘Houd zinnen zo kort mogelijk. Bedenk dat je in een lange zin het woordje ‘en’ vaak ook kunt vervangen door een punt‘. Dat geeft een rustmoment in je tekst.

Wees niet gemeen tegen al diegenen die met interesse aan jouw column of opiniestuk beginnen. Zorg ervoor dat zij je tekst moeiteloos kunnen lezen.

6.1.4 – Vermijd herformuleringen
Wanneer een columnist of opiniemaker een punt of argument herhaalt, lees je vaak iets als “met andere woorden…” of “dat wil zeggen…” of “anders gezegd…”

Blijkbaar vindt de schrijver het nodig een eerder gemaakt punt anders te formuleren omdat hij bang is dat de lezer het anders niet begrijpt. Veel beter is het om de herformulering te schrappen en de oorspronkelijke bewering zo te schrijven dat de lezer het wél begrijpt.

6.1.5 – Gebruik voorbeelden en tegenvoorbeelden
Het geven van voorbeelden verbetert altijd de duidelijkheid van je tekst. Voorbeelden maken abstracte uitspraken specifiek. In het woord ‘voorbeeld’ zit immers ‘beeld’ verborgen. Je hersenen onthouden het beste iets waarbij ze een beeld hebben, dat ze in zekere zin kunnen zien met hun geestesoog. Niet voor niets zeggen Britten altijd “I see” wanneer ze iets begrijpen. Ze ‘zien’ het!

Een paar tips voor het geven van voorbeelden:

  • Geef behalve een voorbeeld ook een tegenvoorbeeld, om de lezer duidelijk te maken wat je niet bedoelt.
  • Besteed aandacht aan je voorbeelden. Kies niet de meest voor de hand liggende, maar maak ze amusant en actueel.
  • Verspil geen tijd met voorbeelden als je zeker weet dat het punt dat je wilt maken, vanzelfsprekend is.

6.2 – Beknopt schrijven

Je herschrijft je column of opiniestuk om deze duidelijker te maken, zodat de lezer beter weet wat je wilt zeggen. Nu gaan we herschrijven ten behoeve van de beknoptheid. Verwijder alle zinnen die niet nodig zijn om je punt te maken. Je stuk is pas beknopt als alles wat onbelangrijk is, uit de tekst is verwijderd.

Ga daarmee net zolang door tot het niet meer mogelijk is om zinnen weg te strepen zonder dat dat ten koste gaat van belangrijke, kritische elementen in je betoog.

Neem vervolgens een uur pauze om ervoor te zorgen dat je weer als een lezer naar je eigen tekst kijkt, en niet als de schrijver zelf.

Verwijder nu alle overbodige woorden. Dat zijn vooral zogenaamde ‘vulwoorden’. Woorden die – wanneer je goed kijkt – niets aan een zin toevoegen.
Vulwoorden zorgen ervoor dat de lezer extra werk moet doen tijdens het lezen. Dat maakt het alleen maar moeilijker voor hem om te ontdekken waar elke zin daadwerkelijk over gaat, waar het om draait.

Even iets over bijvoeglijke naamwoorden
Vooral bijvoeglijke naamwoorden kunnen vaak worden weggestreept. Zoals: ‘de aardbeving eiste 54 onschuldige slachtoffers’. Of: ‘De gevaarlijke crimineel…’ Want zeg nu zelf: is een crimineel niet altijd gevaarlijk? Daarentegen bevat ‘de zenuwachtige crimineel’ wel een bijvoeglijk naamwoord dat iets toevoegt. Gebruik alleen bijvoeglijke naamwoorden als ze belangrijke details toevoegen.

Door onnodige woorden te verwijderen, wordt het duidelijker wat je probeert te zeggen.

Leg nu je tekst weer minimaal een uur weg. Lees hem nogmaals door en herformuleer nu zo beknopt mogelijk wat over is.

Wanneer je klaar bent, is je column of opiniestuk minstens een derde korter én minder saai. Het resultaat: veel minder lezers die afhaken.

Tips:

  • Interpunctie is belangrijk. Punten, komma’s, puntkomma’s en dubbele punten zijn als verkeersdrempels, de rustpunten in de weg die op de juiste momenten even de vaart uit de tekst halen.
  • Schrijf alinea’s van circa vijf tot tien zinnen. De witruimte tussen de alinea’s zorgt voor een rustige bladspiegel en vermindert zo de ‘leesbelasting’. Een witregel biedt jouw lezers ook de mogelijkheid om even te pauzeren en na te denken over jouw ideeën.
  • Combineer werkwoorden en het bijvoeglijk naamwoord dat erbij hoort. Schrijf bijvoorbeeld niet “ze sprak luidkeels,” maar “ze schreeuwde”.

6.3 – Boeiend schrijven

Niemand is verplicht om datgene wat jij hebt geschreven, ook daadwerkelijk te lezen. Geef de lezer dus een reden om jouw tekst te lezen! Hoe boeiender jouw tekst, des te tevredener de lezer is na afloop. Een schrijven boeit pas wanneer de gemiddelde lezer moeiteloos het einde van je tekst haalt.

Fascinatie is afhankelijk van de volgende vier zaken:

  • Zorg voor een boeiende inleiding. Maar dat wist je al: zie punt 3.
  • Zorg dat je piekt: dat kan door middel van een inzicht of een verrassing. Lezers beoordelen een column of opiniestuk vaak op basis van hoe ze zich op ‘het hoogtepunt’ van je tekst én aan het einde van je tekst voelden. Je tekst wordt dus niet beoordeeld op basis van het gemiddelde van elke alinea.
  • Zorg dat je de lezer aan het eind bevredigd achterlaat; dat jouw column of opiniestuk de moeite waard was om te lezen.
  • Schrijf, als het even kan, radicaal eerlijk: dat is altijd boeiend. Gooi je reflex tot zelfcensuur overboord. Onthul je kwetsbaarheden.

Al het bovenstaande geldt niet alleen voor columns en opiniestukken, maar voor elke tekst. Zo boeit deze tekst jou blijkbaar. Dat zorgt ervoor dat je nu hier bent aanbeland in deze longread.

Stap 7 – Vraag om feedback

Vragen om feedback is de meest efficiënte manier om je teksten te verbeteren. Het is sowieso de enige manier om bevestigd te krijgen dat jouw aanpak werkt.

Manieren om gebruik te maken van feedback

Vraag feedback aan enkele personen die tot jouw lezerspubliek behoren. Er zijn verschillende feedbackmogelijkheden die je aan hen kunt vragen:

  • Laat elk van hen jouw tekst een rapportcijfer geven, tussen de 1 en de 10. Blijf je tekst herschrijven tot je minimaal gemiddeld een 7 of een 8 scoort. Verspil geen tijd aan het behalen van een 10, dat is zo goed als onmogelijk; zelfs een 9 is lastig. Je kunt simpelweg niet iedereen tevredenstellen. Pogingen daartoe resulteren enkel in een poldermodeltekst en daar zit niemand op te wachten.
  • Hier mag je je meelezer(s) weer lastigvallen. Vraag hen welke zinnen uit jouw column of opiniestuk iets met hen deden: de momenten waarop zij dachten: ‘dát is interessant!’
  • Als er alinea’s zijn die slecht scoren qua ‘dat was interessant’, maak die dan korter of probeer er wel inzicht en verrassing in te ‘injecteren’.
  • Was er iets onduidelijk in de tekst? Zo ja, wat?
  • Bleef je met onbeantwoorde vragen achter? Zo ja, welke?

Ben je het eens met de kritiek van je meelezers? Pas je stuk dan aan.

Tip:
Vergeet niet dat jij zelf ook prima feedback kunt geven op je stuk. Leg daartoe je tekst minimaal enkele uren (of nog beter: een nacht) weg zodat je er weer met verse ogen naar kunt kijken – en alle gebreken ziet. Met ‘verse ogen’ bedoel ik dus niet de ogen van de schrijver, maar de ogen van een lezer.

Tot slot
Natuurlijk is dit niet de enige manier om een column of opiniestuk te schrijven; er zijn er veel meer. En denk je nu bij jezelf: ‘ik snap het belang van al die stappen, maar hier heb ik echt de tijd niet voor’, schakel dan een ghostwriter in.

Sluit ik af met een raadseltje. Wat is het verschil tussen een goede en een slechte schrijver? Een goede schrijver weet wanneer een tekst (nog) niet goed genoeg is.

Een goede schrijver accepteert dat schrijven tijd kost. Voorál tijd, zelfs. Daarom kwam je regelmatig tips tegen als: Leg je tekst een uurtje weg, slaap er een nachtje over, ga een paar uur wat anders doen, kijk er met verse ogen naar… etc.

Ik kan het niet genoeg herhalen: begin op tijd, zeker als je een deadline hebt! Niet één dag van tevoren, maar minstens drie. Last-minute werk is bijna altijd slecht. Geef je tekst de tijd die hij verdient. En de tijd die de lezer(es) verdient, want een afgeraffeld stuk herkent hij of zij zo.

Bronnen: Austin KleonStephen KingJulian ShapiroScott BerkunDavid PerellArnold Vonk. Illustraties: Undraw

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Hij werkt voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!