Zaterdag 11 mei 1940, één dag na de Duitse inval. Op de Grebbelinie komt een Nederlands pantserafweergeschut, onder bevel van de 22-jarige sergeant Meijer, onder Duits vuur te liggen.
Op 4 mei denk ik altijd even aan SS-officier Kurt Gerstein. In de zomer van 1942 klampte hij in de nachttrein van Warschau naar Berlijn een Zweedse diplomaat aan. Gerstein, de wanhoop nabij, vertelde dat hij een dag eerder in vernietigingskamp Belzec, via een glazen kijkgat, getuige was geweest van vergassingen. “Gelooft u me alstublieft!”
Ach, kon Frans Timmermans maar een grote passpiegel met zich meenemen, gewoon onder de arm, overal waar hij komt. Wat zou dat een onmetelijk genot in hem teweegbrengen. Frans, omringd door journalisten, turend naar zijn eigen spiegelbeeld.
De 38-jarige echtgenote van Anton lijdt aan een zeldzame vorm van borstkanker. Ze heeft niet lang meer te leven. Het is een snijdend verdriet. Toch gloort er een minuscuul lichtpuntje aan de horizon.