Laatst volgde ik op Twitter een politieke discussie tussen twee wetenschappers. Het ging over euthanasie. Beide heren waren het hartgrondig met elkaar oneens. Het dispuut liep hoog op. Al snel ontbrak elke nuance en maakten ze elkaar uit voor rotte vis. Het had iets sneus.
Ik had juist verwacht dat beide wetenschappers zorgvuldiger zouden zijn in hun waardeoordeel en aannames. Dat elk eerst zou proberen het standpunt van de ander te begrijpen, desnoods hem het voordeel van de twijfel te gunnen. Ja, misschien zelfs wel wat zelfreflectie te betrachten. Al was het maar omdat echte wetenschappers alleen conclusies trekken wanneer dat strikt noodzakelijk is. Maar daar had dit duo geen last van.
En plots vroeg ik mij af: waarom handelen deze heren rationeel en objectief wanneer het gaat om wetenschappelijk onderzoek, maar impulsief en vanuit de onderbuik wanneer morele en politieke overtuigingen om de hoek komen kijken? Ik bedoel: ze twitterden niet om uit te leggen hoe ze tot hun mening waren gekomen, maar enkel om de opponent smalend duidelijk te maken dat hij er he-le-maal niets van had begrepen.
Waarschijnlijk dachten de twee dat hun verstand hier aan het woord was, maar wat ik zag, had niets met denken te maken. Een diarree aan meninkjes poepten ze uit, meer was het niet. En meningen zijn niets meer dan subjectieve opvattingen, gebaseerd op emoties. En zoals dat dan gaat op Twitter: pas nadat de emotie heeft gesproken, mag het brein er een muurtje van ratio omheen proberen te bouwen. Meestal met gelegenheidsargumenten. Alles om de discussie maar niet te hoeven verliezen.
Kortom, ik vond beide heren maar sneue eikels, hun wetenschappelijk opleiding onwaardig. Ik heb hen dat overigens niet gemeld op Twitter, omdat deze mening en conclusie natuurlijk ook maar gewoon emoties mijnerzijds zijn.