“En wie hebben we hier? Meneer… Ai, die achternaam in uw paspoort is voor mij onleesbaar. Ik ben als eenvoudige ambtenaar het Cyrillische alfabet helaas niet machtig. Ivanisovitch, zegt u? Noteren we dat.
Goed. Eens zien, u meldt zich hier als alleenreizende man. En afkomstig uit…? Charkiv. Nee, zegt me niets. Ah, de op één na grootste stad van Oekraïne. Wat zegt u? Momenteel het brandpunt van een nieuw Russisch offensief? Artillerievuur? Raketten? Zweef- en glijbommen? Oh, da’s niet zo mooi. Het flatgebouw waar u woonde, tien etages, niets meer van over? En die plastic tas in uw hand is alles wat u hebt? Heel rot voor u. Maar daar gaat het nu niet om.
Kijk, meneer Ivan. Ik zit hier natuurlijk niet om over u te oordelen. Integendeel zelfs, want Nederland en Oekraïne staan zij aan zij! Daarom hebben we uw land voor miljarden aan militaire steun gegeven. Pantserwagens, tanks, F16s. Allemaal machtig mooi materiaal. Plus voor meer dan honderd miljoen aan munitie.
Maar wat doet u? U komt verdulleme hier naartoe! Meneer Ivan, niet om het een of ander, maar al die granaten schieten zichzelf niet af, hè. Alleen al daarom mogen mannen in de dienstplichtige leeftijd Oekraïne niet verlaten. Dus wat doet u hier dan aan mijn loket?
Ah, u bent gevlucht. Wat wilt u me laten zien? Oh, een filmpje op uw mobiel. Een Oekraïense man die zomaar van straat wordt geplukt, in een geblindeerd militair busje geduwd. Twee dagen training en hopla door naar het front? Ja, ik hoor het u zeggen. Maar wat ik op dat filmpje zie, is toch echt een held in wording. Oké, hij roept ‘help me, help me’. Maar dat kan net zo goed betekenen: ‘kom mee, mij helpen!’ De krijger die dat busje wordt ingesleurd, wil maar één ding. Dat u ook komt vechten. Kameraadschap! Heldendom!
Meneer Ivan, waarom kijkt u me nu zo sip aan? In 2025 komt er weer een Oekraïens offensief! Verslaan jullie die Russen alsnog! Dat is toch een mooi vooruitzicht? Maar dan moet u zelf wel een klein beetje meewerken, hè. Gewoon de loopgraven verdedigen. Standhouden, even een jaartje doorbijten. Is dat tegenwoordig al te veel gevraagd? Nou? Ja, ik zie uw lip beven, maar ik kan hier echt wel wat pissig over worden.
Dat u zomaar denkt: kom, ik ga eens gezellig naar Nederland? Ongelooflijk. Hier een beetje aanspraak komen maken op een woning die we helemaal niet hebben. Wat zegt u? Jaja, het flatgebouw waar u woonde is er niet meer. Heeft u al verteld. Nou, hier in Nederland is de woningmarkt ook helemaal ingestort.
Beseft u wel dat die houding van u echt niet goed is voor het maatschappelijk draagvlak hier? Want zeg nu zelf: wel in een huis van ons willen wonen, maar niet in een van onze pantserwagens willen rijden. Dat is toch een beetje… Nou, wat denkt u zelf? Ja, huilt u maar! Ik zou me ook kapot schamen als ik u was. Wel de lusten, maar niet de lasten. Bah!”