Mark Rutte is een fenomeen. Het is knap hoe hij nooit over een antwoord hoeft na te denken. Nimmer fronst hij de wenkbrauwen, of neemt hij de tijd om zijn geheugen te raadplegen. Dat laatste is niet zo vreemd, want de reikwijdte van zijn herinneringen valt samen met de grenzen die hij er zelf aan stelt.
Wie afdaalt in het geheugen van Rutte, die ontwaart een galmende, kale ruimte. Waar bij ieder weldenkend mens de herinneringen metershoog liggen opgeslagen, daar tref je bij hem enkel leegte. Het is de plek waar Mark het liefst vertoeft. Juist omdat er niets is, ontbreekt het hem ook aan niets.
Dat is wat hij ons leert. Waarom zou iemand zich ook maar iets willen herinneren? Niemand zit verlegen om het verleden! Zolang alles dat ooit plaatsvond, onduidelijk blijft, kan het ook geen schade berokkenen. Daarom is het altijd beter de herinnering buitenspel te zetten. Nergens weet van te hebben. Al was het maar omdat het zonder actieve herinnering bijna onmogelijk is om te liegen.
Soms, tijdens Kamerdebatten, wordt Mark geconfronteerd met zaken die hij naar eigen zeggen nooit geweten heeft. Dan tast hij omzichtig naar een herinnering. Eentje waar hij steeds – ach, hoe spijtig – nét niet bij kan. Het is zijn geliefde tijdverdrijf; een mist creëren die op de meest welkome momenten weigert op te trekken. Hoe belangrijker de kwestie, des te geringer zijn vermogen tot herinneren.
Het enige wat Mark alle Kamerleden aan de interruptiemicrofoon op zo’n moment kan bieden, is de vale vlek van zijn weggepoetste geheugen. Alles naar eer en geweten, natuurlijk. In volstrekte transparantie en altijd schuilend onder een mantel van jongensachtige opgewektheid. En de waarheid? Altijd buiten bereik.
Zo ook tijdens verkiezingstijd. Als ook maar iemand schaterlachend kan opgaan in de nevel die over elk landschap van valse beloften hangt, dan is het Mark Rutte wel. Onvermoeibaar strooiend met telkens weer andere vergezichten. Wijzend naar een horizon die nooit dichterbij komt, want daarvoor is het een horizon. Maar dat vertelt hij er nooit bij. Of het nu gaat om duizend euro gratis geld voor iedereen, of om de onderste steen die nooit boven zal komen. Het is een eindeloos gezwendel met beloften, zo gecompliceerd dat de waarheid nooit een kans krijgt.
En u en ik, de kiezers? Wij zijn aan alle fratsen gewend geraakt, na meer dan tien jaar Rutte. Berusting, het is niet anders. We zijn kapot gebeukt. Voor Mark is de waarheid nu eenmaal een goocheldoos. Na elke nieuwe onthulling recht hij de rug, trekt beide mondhoeken omhoog en verklaart dat hij zichzelf nog steeds geloofwaardig vindt. Zo ordent hij de realiteit op zijn eigen manier. De enige belofte die hij wél nakomt? Zolang u en ik, de onnozele kiezers, de waarheid niet verlangen, worden we in geen van onze verwachtingen teleurgesteld.