Zoooo mannetje, kom maar eens naast papa op bed zitten. En wat is het vandaag voor dag? Precies! Ooooh… een tekening! Voor mij? Wat mooi! En wat lees ik hier? “Voor de allerliefste papa van de hele wereld.” Dat is lief. Wat? Heb jij ook een cadeautje voor mij? Nou nou nou, dat had natuurlijk niet gehoeven. Dat voelt stevig aan. Het is wel klein hè. Laat papa maar eens raden. Een iPhone? Nee? Android dan? Nee? Weet je wat, ik pak het snel uit.
Zozozo, en wat is dat dan? Wat zeg je? Ach ja, natuurlijk, een asbak van klei. Heb je dat op school gemaakt? Nou, mooi hoor. Maar goed dat papa niet meer rookt. Doet er verder niet toe, want ik zie daar nog een pakje. Is dat ook voor papa? Ja? Brave knul, geef maar hier. Wat zou dat wezen? Snel uitpakken maar. Och, kijk toch eens, witte sportsokken. Made in China, toe maar. Nou, die gaat papa zeker aandoen deze zomer. Misschien koopt hij er wel sandalen bij. Maar goed, en verder?
Hoezo, dat was het? Een tekening, een gekleide asbak en een paar witte sportsokken. Moet papa het daarmee doen op vaderdag? Heeft papa dáárvoor het hele jaar zo zijn best gedaan? Nou? Daar doe je papa toch echt wel een beetje verdriet mee. Vind jij ook niet dat papa er zo wel een beetje héél erg bekaaid vanaf komt? Waarom denk jij dat papa jou de afgelopen zaterdagen steeds meenam naar de gsm-winkel? Nou? Dat was vanwege die nieuwe iPhone. Alles erop en eraan in een strak glanzend design. En wat zei papa toen tegen jou? Kijk mij eens aan. Nee, huilen helpt niet. Wat zei papa toen? Papa zei dat zo’n iPhone zijn allerliefste wens is. En toen nam hij die vaderdagfolder mee naar huis. Boordevol mobieltjes. En waarom lag die folder de hele week op tafel? Nou? Ja, ren maar weg. Ondankbaar kutjong.