Jakarta, Indonesië, 20 oktober 1973. Meer dan dertigduizend toeschouwers schreeuwen zich de longen uit het lijf. Ze zijn naar Muhammad Ali komen kijken, The Greatest of All Time. Hij bokst tegen de 28-jarige Rudi Lubbers, geboren in Heerhugowaard.
Vooraf kondigde Ali al aan dat hij de Nederlander in de vijfde ronde zal vloeren. Maar Rudi, die duidelijk de mindere is van Ali, blijft de volle twaalf ronden overeind. Voor heel Nederland dat aan de tv gekluisterd zit een klein wonder. Maar niet voor Rudi zelf. Hij is nog nooit knock-out gegaan, dus ook nu niet.
Met opgezwollen ogen en gescheurde wenkbrauwen stapt Rudi de ring uit. Hij verliest op punten, maar oogst internationaal bewondering. Lubbers, met zijn karakteristieke lange bakkebaarden, is een sporter van wereldformaat. De enige Nederlander ooit die tegen Muhammad Ali in de ring stond. En overeind bleef.
Pas 46 jaar later zien de Nederlandse televisiekijkers de bokser van weleer terug. Het tv-programma Andere Tijden Sport besteedt aandacht aan het gevecht tussen Ali en Lubbers. Wat is er van hem geworden? Jarenlang is niets meer van de Rocky van de Lage Landen vernomen. Waar hij woont, weet niemand.
Maar de makers slagen erin de 74-jarige oud-bokser op te sporen. In Bulgarije. Ze schrikken van wat ze aantreffen – en met hen heel sportminnend Nederland. Rudi Lubbers is aan lagerwal geraakt, al dekt die uitdrukking bij lange na de lading niet.
Het is hartje winter en de oud-bokser lijkt aan zijn laatste ronde te zijn begonnen. Een bejaarde man met een verwilderde, grijze baard en geronnen bloed op zijn voorhoofd. Gestoten toen hij bij een beekje zijn tanden poetste.
Rudi bivakkeert in een krakkemikkig openstaand busje, ergens op een kale en bitterkoude Bulgaarse vlakte. Geen verwarming, geen water. Zo’n twintig zwerfhonden cirkelen om hem heen.
Maar dat is nog het minst verontrustende. In het tochtige busje ligt zijn vriendin Ria. In foetushouding, roerloos onder een dekentje. Ze lijkt wel dood. Haar enige bron van warmte zijn twee honden die dicht tegen haar aangekropen zijn.
Rudi en Ria kennen elkaar uit hun jeugd, beiden kinderen van kermisexploitanten. Ze kunnen niet zonder elkaar leven, maar ook niet met elkaar. Ze hebben al zo’n zestig jaar een haatliefdeverhouding. “Mijn meisje,” noemt Rudi haar liefkozend.
Wanneer de programmamakers bezorgd informeren hoe het met hemzelf gaat: “Ik weet niet of ik het overleef. Het zal een harde klus worden.” En dan, met een wrang lachje: “Ik heb Muhammad Ali overleefd, dan moet ik de winter ook overleven.”
Wie of wat bracht hen hier? Hoe heeft het ooit zover kunnen komen? Rudi is al meer dan dertig jaar helemaal klaar met Nederland. In 1986 werd hij in de Portugese Algarve gearresteerd wegens drugssmokkel. De bokser ontkende in alle toonaarden. De 350 kilo hasj die de politie vond, lagen in het busje van een bekende; hoe kon hij dat nu weten?
Maar Rudi krijgt 8 jaar cel. Zijn vriendin Ria wil hem opzoeken in de Portugese gevangenis, maar daar mag enkel familie op bezoek komen. Ria vraagt de Nederlandse consul om hulp. Die stelt een huwelijksverklaring op, met stempels en een handtekening, zodat Ria toch haar Rudi kan bezoeken.
Wanneer Rudi Lubbers na 8 jaar vrijkomt, kondigt de volgende misère zich aan. Ria heeft enorme schulden. En haar probleem is nu ook Rudi’s probleem, want volgens de schuldeisers zijn Rudi en Ria getrouwd. Zo staat het ook vermeld in het bevolkingsregister. Lubbers wordt medeaansprakelijk gesteld voor Ria’s schulden. De belastingaanslagen, aanmaningen en dwangbevelen stapelen zich op.
Rudi probeert aan te tonen dat hij niet met Ria getrouwd is. Rechtszaken worden gevoerd, zelfs de Raad van State buigt zich over het briefje dat de consul indertijd voor Ria in elkaar flanste. De rechters beschouwen het als een wettelijk geldig document; de benodigde stempels en een handtekening staan erop.
Rudi is helemaal klaar met Ria. En met Nederland, het land dat hem liet barsten toen hij in de bak zat. Dat kleine kloteland waar hij nu te boek staat als drugscrimineel. Hij voelt zich zwaar gepiepeld en wil een nieuw leven beginnen. Maar niets lukt meer. Ria blijft hem achtervolgen. Zijn pogingen om als kermisexploitant het leven weer op te pakken, mislukken. Uiteindelijk trekken Rudi en Ria toch weer samen Europa in. Het zwerversleven begint en zal vele jaren duren.
En nu? Nu zijn Rudi en Ria verworden tot twee bejaarde kluizenaars die niet meer voor zichzelf noch voor elkaar kunnen zorgen. De samenstellers van Andere Tijden Sport vragen aan ex-wielrenner Rini Wagtmans of hij Rudi en Ria kan helpen. Ze weten dat Wagtmans, zelf één jaar jonger dan Lubbers, zich de afgelopen tien jaar vaker over de onfortuinlijke ex-bokser en zijn vriendin heeft ontfermd. Wagtmans heeft een zwak voor Rudi Lubbers. Hij vindt hem intelligent en welbespraakt, een echte gentleman.
Wagtmans organiseert een hulpactie om de oud-sporter terug naar Nederland te halen, want: “Hij is daar aan het vergaan. Verschrikkelijk. Als we niks doen, staat morgen in de krant dat Rudi Lubbers met een dode vrouw aangetroffen is in Bulgarije. Dat willen we toch niet?”
Heel Nederland voelt precies dát. Meer dan dertigduizend euro aan donaties komen binnen. Wagtmans ontvangt 2400 mails van mensen die de oud-bokser willen helpen. Rudi kan naar Nederland worden gehaald. Ria ook, maar zij heeft een dubbele longontsteking en is dementerende. Ze wordt opgenomen in een verpleeghuis in Nederland. Ook voor de honden wordt onderdak geregeld.
Ergens vlak na middernacht, in de vroege ochtend van 9 februari, landt de topsporter van weleer op Schiphol. Rudi is blij weer in Nederland te zijn. “Ik heb zoveel mooie, positieve berichten gekregen. Dan is al het andere, al het slechte, toch wel een beetje vergeten.” Maar een vechter blijft hij: “Ik ben nou eenmaal een eigenwijze klootzak, maar wel een eerlijk iemand. Ik wil blijven kunnen hameren op het feit dat ze me heel vies behandeld hebben. Ze hebben me erin geluisd!”
Met zijn knokige handen doet hij al schaduwboksend voor hoe hij al die ronden tegen Ali overeind bleef. Het zijn nog steeds mooie, krachtige stoten. “Ik voel me nog niet honderd procent. Maar ik zou best wel een wedstrijdje van drie rondjes kunnen boksen!” De Rocky van de Lage Landen is eindelijk weer thuis. En de bokser zit nog steeds in hem.