Met TomTom over de kermis

Mijn bejaarde vader is op bezoek. Of ik zijn TomTom even wil installeren. Zo gezegd, zo gedaan. Even later tuurt mijn vader naar het schermpje op zijn voorruit. Ik heb de Vlaamse damesstem ingesteld en dat bevalt hem wel: “Wat een vriendelijke mevrouw!”

Juist ja. Het lijkt me verstandig toch maar even een proefrit te maken. Mijn pa achter het stuur en ik naast hem. Ik besluit de TomTom dwars door het centrum van mijn woonplaats Tilburg te sturen, want (komt dat even goed uit) de Tilburgse kermis is in volle gang. Eens zien hoe het apparaat zich houdt.

Enkele minuten later. Lichte paniek achter het stuur. Op de ringbaan heeft pa net vliegensvlug zijn wagen naar links gegooid toen de vriendelijke Vlaamse hem “houd links aan” opdroeg. Godzijdank reed daar niemand, want spiegelen zit er plots niet meer in wanneer een computer je iets opdraagt. Ik had het kunnen weten.

Zweet op het voorhoofd van mijn oudeheer. Hij begrijpt zijn fout, maar ik zie het hem denken: dat wijf in dat kastje is niet te vertrouwen.

Een tijdje gaat het goed. Pa is één en al concentratie. Neus tegen de voorruit, verbeten blik in de ogen. We naderen het centrum. “Na achthonderd meter rechtsaf”, klinkt het, maar daar doemt het reuzenrad al op – amper vierhonderd meter voor onze neus. Mijn vader heeft het niet meer. De aders op zijn slapen zwellen op. “Dat ding zegt rechtdoor!”

“Maar rechtdoor gaat niet”, antwoord ik zo rustig mogelijk. “Dus wat doe je dan?” Naast me maakt mijn pa zich al op het portier te openen om zich í  la James Bond uit zijn ongeleide projectiel te laten vallen.

“Je kunt niet rechtdoor”, herhaal ik. “Dus wat doe je dan?”

Nu is de paniek compleet. “Ja, rechtsaf natuurlijk, maar die trut zegt dat ik rechtdoor moet!”

Nu begin ik zenuwachtig te worden. De dranghekken en drommen mensen komen wel heel dichtbij. “Rechts!” gil ik.

Met piepende banden nemen we de bocht. Met een schok komen we een eindje verder voor een rood stoplicht tot stilstand. Mijn rug plakt. Kalm blijven nu. Ik wijs naar het schermpje van de TomTom. “Kijk, niets aan de hand. Hij berekent gewoon een nieuwe route”.

“O ja,” knikt mijn vader. Hij veegt het zweet van zijn voorhoofd. “Nu begrijp ik het.”

“Sla linksaf”, klinkt het plots. En jawel hoor, als door een mug gestoken, geeft mijn pa een stoot gas. Linksaf door rood. Een meisje met een suikerspin rent voor haar leven.

Ik heb de rit overleefd. Sterker nog, alle drie (pa, de auto en ik) bleven we ongedeerd en ook de no claim is nog steeds intact. Uit Brits onderzoek blijkt dat we geluk hebben gehad. Navigatiesystemen zijn de oorzaak van zo’n 300.000 ongelukken op de weg. De reden voor zoveel ellende: zelf denken is er niet meer bij.

Mijn tante is een heel ander verhaal. Zij durft dankzij de TomTom eindelijk weer achter het stuur. Laatst is ze in haar eentje naar het Franse Lille gereden. Alles ging goed (oké, ze had eerst het Belgische Lille ingevoerd, maar daar kwam mijn neef gelukkig net op tijd achter), totdat onderweg haar TomTom het begaf. Ja, toen waren de rapen gaar. Waar zat ze?

In paniek belde ze de alarmcentrale van de ANWB. Die adviseerde haar door te rijden naar het volgende benzinestation, daar een kaart te kopen en de pompbediende nederig te vragen waar ze nu eigenlijk zat. Dat heeft ze gedaan. En verrek, ze kan eindelijk kaartlezen. Haar TomTom heeft ze aan mijn vader gegeven.

Zo gaat dat bij oude mensen. Ze gooien nooit iets weg.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!