Johnny moet niet zeuren

We gaan het meemaken in de Tour. Johnny Hoogerland gaat vandaag heel mooi afzien, want daar houden de mensen van. Met 33 hechtingen in zijn bilnaad drie cols op fietsen, Zeeuwse Johnny kan dat. Hij gaat lijden zoals alleen Jezus dat kon – maar dan de moderne variant.

Leed Jezus voor onze zonden? Johnny lijdt voor ons vermaak. De etappe als kruisweg, elke col een statie. Johnny en Jezus, de verschillen zijn minimaal: waar Jezus drie rustdagen nodig had, had Johnny aan eentje voldoende.

Johnny Hoogerland speelt zijn rol van martelaar met verve. De ochtend na de val stond hij urenlang de media te woord. “De komende dagen wordt overleven,” zei Johnny in het ene interview. In het volgende interview was het plots: “ik wil Parijs halen in de bolletjestrui!”

Dus berichten alle Nederlandse wielerjournalisten nu braaf over Johnny’s verdediging van de bergtrui. Geen idee waarom, want Hoogerland is als klimmer te licht voor de Tour. Iedereen weet dat en zelf weet hij dat ook. Zijn eigen woorden, eerder op de radio: “ik kan in het hooggebergte toch niet mee, zelfs niet in mijn beste vorm.”

Johnny is overal een beetje, maar nergens écht goed in. Hij zal het nooit toegeven, maar die val in het prikkeldraad is het beste wat hem deze Tour kon overkomen. Zonder die Franse wagen was hij na afloop van de ronde een onbekende renner geweest. Eentje waarvan er dertien in een dozijn gaan. Zo ongevaarlijk dat hij van de grote jongens een paar dagen in de bolletjestrui mocht rijden. Voor zulke types lopen organisatoren van kermiskoersen niet warm. Johnny’s lot zou tragisch zijn geweest. Vooruit, hij mag meefietsten in de Acht van Chaam. Krijgt hij na afloop een boekenbon.

Maar nu! Nu is hij op afstand de best betaalde Nederlandse renner in de wielercriteria na de Tour. Iedereen wil hem zien. Johnny, de aaibare bikkel die de bolletjestrui nét niet naar Parijs bracht, enkel en alleen omdat hij het prikkeldraad in werd gekatapulteerd. Dat zelf verzonnen heldenepos is hem gegund. Mits hij ophoudt met zeuren om gerechtigheid. Het zou Johnny sieren wanneer hij de Française die de wagen bestuurde, netjes bedankt met een welgemeend bloemetje. Waarom? Zij lanceerde hem richting heldendom, letterlijk en figuurlijk. Ze is zijn blessing in disguise.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!