Jeugdzorg maakt van alle kinderen patiënten

De waanzin. Jeugdzorg sluit steeds vaker kinderen op voor behandeling, zónder de benodigde toestemming van de rechter. De redenen hiervoor zijn “bedrijfseconomisch van aard,” aldus toezichthouder Inspectie Jeugdzorg. Simpel gezegd: er staan bedden leeg in instellingen voor gesloten jeugdhulp, en lege bedden brengen geen geld in het laatje.

In augustus schreef Inspectie Jeugdzorg hierover een brandbrief aan staatssecretaris Van Rijn. Het is brisant leesvoer over de zoveelste uitwas van marktwerking in de zorg: Jeugdzorg stelt de eigen financiën centraal, in plaats van het welzijn van het kind. Welgeteld 1162 bedden in veertien gesloten jeugdinstellingen dienen zoveel mogelijk te worden gevuld. Anders dreigt op termijn sluiting én ontslag van medewerkers.

Daarom zoekt Jeugdzorg actief naar kinderen die intensieve hulp nodig hebben, om hen een plek in de gesloten jeugdhulp aan te smeren. Natuurlijk buiten de kinderrechter om. Niet om tijd te besparen (een rechter kan ook een spoedmachtiging afgeven), maar om te voorkomen dat de kinderrechter de wenkbrauwen fronst en bijvoorbeeld oordeelt dat plaatsing in een pleeggezin het belang van het betreffende kind het beste dient.

De Inspectie noemt dit omzeilen van de kinderrechter “onaanvaardbaar,” strijdig met de Nederlandse Grondwet én de Internationale Rechten van het Kind. Dan denk ik: harder kun je de noodklok niet luiden. Maar wat deed verantwoordelijk staatssecretaris Van Rijn toen hij de brandbrief las? Niets. Meneer liet de kwestie twee maanden liggen. Pas afgelopen maandag lichtte hij de Tweede Kamer in, middels een half A4’tje. Van Rijn belooft “in overleg te treden” met de betrokken partijen.

Ongelooflijk. En al die tijd zitten tientallen, zo niet honderden kinderen opgesloten in jeugdinrichtingen terwijl daar geen rechter aan te pas is gekomen. Ongrondwettig, alsof ze in een of andere voormalige Sovjet-republiek leven in plaats van in Nederland, het land waar niemand de vrijheid kan worden ontnomen zonder tussenkomst van de rechter. Gebeurt zoiets wel, dan heet dat wederrechtelijke vrijheidsberoving. Daarop staat -ik heb het even opgezocht- acht jaar cel.

Ik kan dit niet bevatten. Als ík iemand wederrechtelijk van zijn vrijheid beroof, ramt een half uur later een arrestatieteam mijn voordeur aan gort. Maar niet bij Bureau Jeugdzorg, dat keer op keer dit misdrijf pleegt. Zij mogen het blijkbaar. De Kamer hoor ik er ook niet over, dus who gives a fuck? Maak van al die kinderen maar patiënten, als dat bedrijfseconomisch net wat beter uitkomt. Staat later ook goed op hun CV. Dus geen haast en vooral zo doorgaan. De staatssecretaris meldt zich wel een keer voor een polderend babbeltje.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!