Moment, dan zet ik even mijn tropenhelm af. Ik zweet me een ongeluk hier in de Syrische woestijn. Mag ik mijzelf voorstellen? Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie. From the Netherlands. Hoe maakt u het? Ik dacht bij mezelf: hoogste tijd voor een werkbezoek, nu ik als bewindsman zo onder vuur lig omdat ik keer op keer de Tweede Kamer onvolledig informeer over ISIS.
Wacht, dan stel ik mijzelf ook even voor aan de meneer in de oranje jurk die naast u op zijn knieën zit. Ivo Opstelten is de naam. En u bent? Alan Henning uit Groot-Brittannië. Kijk eens aan, hoe maakt u het? Slecht? Dat is dan niet zo mooi. Wat zegt u? U wordt aanstonds onthoofd? Meneer Henning, ik neem dit absoluut zeer serieus. Acties van dergelijke vergaande aard kunnen helemáál niet. Dit is niet alleen onvoorstelbaar, maar ook onaanvaardbaar en ontoelaatbaar. Ik zeg: zero tolerance!
Of ik u alstublieft kan helpen? Fijn dat u die vraag stelt. Mijn antwoord hierop is klip en klaar. In het geval van een dreigende onthoofding is er inderdaad sprake van – wat ik zou willen noemen – een urgent punt. Een kwestie van – en daar ben ik volstrekt helder in – prioriteiten stellen. Ik ga hier dan ook op korte termijn zeer diepgaand naar kijken, dus dat zit wel snor. En wat ik ook ongelooflijk belangrijk vind, is dat ik met u mee voel. Dus wat dat betreft staan we aan dezelfde kant van de streep, voor de volle honderd procent, dat kan ik u verzekeren, want als iemand mij kent, dan ben ik het wel. Dat is, denk ik, ook het antwoord op al uw andere vragen. Tegen u zou ik dan ook op voorhand willen zeggen, in glashelder Nederlands – en daar is geen woord Engels bij: Mister Henning, u doet een ongelooflijk goede job hier in de Syrische woestijn, boordevol daadkracht en reflectie, onder best wel moeilijke omstandigheden. Petje af en klaroengeschal. Iedereen is trots op u, u weet van wanten en geniet dan ook mijn vierkante steun.
Waarom kijkt u mij zo vreemd aan? Ik heb u net in de meest duidelijke bewoordingen te woord gestaan. Ik heb toegezegd wat ik heb gezegd, dat is voor mij van een ongelooflijke importantie. U moet mij vertrouwen. Maar goed, het heerschap met de bivakmuts wenkt. Ik onderbreek hier belangrijke video-opnamen en dat is natuurlijk absoluut niet de bedoeling. Tegen die meneer met de bivakmuts zou ik dan ook willen zeggen: doet u vooral wat u moet doen. En u, meneer Henning: alle goeds en – zoals wij dat in Rotterdam altijd zeggen – houd het koppie erbij. Praten we straks rustig verder.