Ik lieg niet

Graag zou ik tegen u als Tweede Kamer willen zeggen: wat een vervelende kwestie! Ik begrijp de emoties en deel uw woede en frustratie, ook al zijn die wellicht mede veroorzaakt door mijn handelen. Ik trek mij dat zeer aan, temeer omdat ik louter goede intenties had.

Handelde ik nu wel of niet binnen de regels? Velen van u hadden mij eerder willen horen aangaande mijn actieve herinneringen. Het wachten was verre van ideaal, ook voor mij. Ik had me graag eerder uitgesproken, maar grondigheid en zorgvuldigheid zijn voor mij van het grootste belang.

De afgelopen weken heb ik dan ook uitvoerig gereflecteerd op mijn rol voor, tijdens en na mijn eigen handelen. Ik heb de vraag ‘Mark, wat herinner jij je nu eigenlijk van deze casus?’ heel actief bij mezelf neergelegd. In de meest krachtige bewoordingen heb ik bij mezelf aangedrongen op een zo kritisch mogelijke, nieuwe weging van de feiten. Dit in het volste vertrouwen op een goede afloop.

Echter, ik meen ook dat elk zelfonderzoek naar mijn actieve herinneringen onafhankelijk uitgevoerd dient te worden. Daarom was het voor mij helaas onmogelijk om persoonlijk betrokken te zijn bij deze kritische zelfreflectie. Dat zou immers een objectieve evaluatie van mijn eigen handelen in de weg staan.

Wel heb ik tegenover mezelf verklaard dat ik nooit met deze casus naar buiten ben getreden, omdat ik de inhoud van mijn actieve herinneringen niet kende en ook nu nog steeds niet ken. Het resultaat van deze nieuwe weging is dan ook dat ik helaas geen aantoonbare recollectie heb aan wat dan ook.

Dit spijt mij zeer. Tegelijkertijd begrijp ik dat u op dit moment helemaal niet zit te wachten op een spijtbetuiging. U wilt een nieuwe bestuurscultuur. Laat ik daarom dit zeggen. Ondanks het feit dat ik genoodzaakt ben te acteren binnen de vele beperkingen van mijn eigen memorie, sta ik hier toch maar weer voor u. Ten diepste bereid om in volstrekte transparantie en maximale openheid verantwoording af te leggen. Want leven is ook lessen leren. Daar loop ik niet voor weg, want zo steek ik niet in elkaar. Ik leg de lat dus hoog; mensen verwachten immers veel van mij. Dat is een zware verantwoordelijkheid, ik besef dat terdege.

Maar tegelijkertijd voel ik enig ongemak. Het valt mij op – en dat zeg ik niet als politicus, maar als mens – dat u als Kamer lijkt uit te gaan van aannames, en niet van de feiten. De verdachtmaking dat ik meer actieve herinneringen zou hebben dan ik daadwerkelijk heb, werp ik dan ook verre van mij. Ik stel voor dat wij dit op een beschaafde manier met elkaar bespreken, want ik spreek de waarheid. Ik lieg niet, dat doe ik nooit. Ik kan me in ieder geval niet herinneren ooit gelogen te hebben.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!