Houdt corona dan nooit op?

In China zijn de eerste miljoenensteden weer in lockdown. Houdt het dan nooit op? En hebben we eigenlijk wel iets geleerd van de diverse corona-golven? Welke toekomstscenario’s voor de huidige pandemie lijken het meest waarschijnlijk? Voor weekblad Panorama maakte Luuk Koelman een serie interviews met zijn broer Vianney.

Foto Vianney: Paul Tolenaar

Vianney Koelman (1961) is emeritus hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij was verbonden aan het nationale instituut voor fundamenteel energieonderzoek DIFFER en hield zich bezig met duurzame energietechnologie. Ook was hij Chief Scientist bij Shell en adviseerde als zodanig het hoogste management.

“de Spaanse griep kostte tientallen miljoenen het leven, woekerde net als corona twee jaar voort, kende vier golven en werd daarna een minder ziekmakende seizoensgriep.”

Zeg broer, komt er eigenlijk weer een nieuwe, gevaarlijke virusvariant aan?
Dat weet ik niet. Als wetenschapper – ik ben nu eenmaal geen viroloog – kijk ik enkel door een ‘evolutionaire bril’ naar het virus. Vanuit het Darwinistische standpunt, zogezegd. En wat maakt een virus nu succesvol? Verspreiding. Het beste wat een virus voor zichzelf kan doen, is extreem besmettelijk zijn. Oftewel een zo hoog mogelijk reproductiegetal, de R-waarde waarover virologen het altijd hebben. Superbesmettelijk is een virus wanneer het makkelijk overdraagbaar is én wanneer de persoon die het te grazen neemt, maar een klein beetje ziek wordt. Want alleen dan blijft zo iemand doen wat ie altijd al deed: uitgaan, werken, familie en vrienden bezoeken, naar de voetbalclub. En op al die plekken steekt diegene weer anderen aan, die eveneens niet al te ziek worden. Dus ook zij blijven hun ding doen en op die manier verspreidt het virus zich succesvol.

Dat klinkt als: probleemloos op weg naar groepsimmuniteit. Maar hoe zeker is dat scenario?
Als het gaat om Darwins survival of the fittest, dan zijn het de besmettelijke, niet al te ziekmakende virusvarianten die zich uiteindelijk weten te handhaven. Dat zag je ook bij de Spaanse griep (1918 – 1920), die aan het einde van de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Die pandemie kende wereldwijd tientallen miljoenen doden, oftewel meer slachtoffers dan de gehele Eerste Wereldoorlog bij elkaar. En zet dat aantal ook af tegen het feit dat de aarde toentertijd nog geen 2 miljard zielen telde. De Spaanse griep woekerde overigens net als corona ook twee jaar voort, kende wereldwijd vier golven en reduceerde daarna tot een minder ziekmakende seizoens-epidemie.

En nieuwe varianten dan?
Een nieuwe variant komt altijd bovendrijven, wanneer die besmettelijker is dan de vorige. Een ander kenmerk van een succesvol virus is, dat het snel nieuwe varianten kan creëren. Corona is daar erg goed in, vandaar de constante zorg bij veel virologen. Want… werkt dan het vaccin nog wel?
Nu is het de trend dat nieuwe varianten minder ziekmakend zijn. Maar dat hoeft niet per se bij iedere nieuwe variant zo te zijn. Het is immers een trend, geen wetmatigheid. Er kán een variant komen die nóg besmettelijker is en wellicht nét wat ziekmakender. In dat geval hebben we ineens weer een probleem. Maar daarop volgt dan waarschijnlijk weer een nieuwe variant die ook besmettelijker is, maar weer minder ziekmakend. Het kan dus fluctueren. Met andere woorden: virologen kunnen de grote lijnen schetsen, maar niet garanderen dat elke volgende variant minder ziekmakend zal zijn.

Oké, ze kunnen niets garanderen. Maar waar ‘stuurt’ de overheid dan op?
Uiteindelijk draait alles om de zorgcapaciteit. Het aantal doden komt natuurlijk in het nieuws, en daar meten we de ernst van de situatie aan af en dat houdt de mensen bij de les. Maar in essentie stuurt de overheid enkel op de IC- en ziekenhuiscapaciteit. Het idee is daarbij: als we als westers land in een code zwart belanden en structureel niet meer de benodigde zorg kunnen bieden aan iedereen, dan zakken we als samenleving door het ijs. In die situatie willen we niet terechtkomen.
Sterfte an sich is dus nooit het criterium geweest. Er is bijvoorbeeld nooit gezegd: “Zoveel sterfgevallen per maand moeten we niet tolereren.”

Dacht de overheid stiekem: dor hout wordt geruimd?
Nee, zo moet je het niet zien. Er zijn ook tijdelijk kwetsbare mensen. Bijvoorbeeld kankerpatiënten die een zware behandeling ondergaan waarbij het immuunsysteem helemaal wordt platgelegd. Bij deze groep is er zeker geen sprake van ‘dor hout’. Bovendien zijn er tijdens de pandemie ook heel veel operaties uitgesteld. Dat doe je natuurlijk niet als je de hoofdmoot van de pandemiepatiënten als ‘dor hout’ ziet. Maar ongeacht de levendigheid van het hout: waar gehakt wordt, vallen spaanders.

Dat uitstellen van operaties heeft ook mensenlevens gekost. Hebben we met al die maatregelen wel het aantal doden zo laag mogelijk gehouden?
Dat is inderdaad maar zeer de vraag. Waarover ik me zorgen maak, is het feit dat de recente oversterfte in Nederland niet enkel toe te schrijven lijkt aan corona. Maar waaraan dan wel? Is het omdat sommige mensen niet de juiste zorg kregen? Of gingen mensen niet naar de dokter omdat ze dachten: ‘de zorg is overbelast, laat ik het maar even aan zien’? Wellicht zijn die zorgmijders bij bosjes omgevallen, maar zeker is dat allerminst. Er is dus een oversterfte die op dit moment nog niet verklaarbaar is.

Was het middel dan misschien toch erger dan de kwaal?
Het alternatief ‘niets doen’ had ongetwijfeld tot ‘code zwart’ en andere desastreuze resultaten geleid. In die zin zijn de ons opgelegde maatregelen uiterst zinvol geweest. Maar dat we als samenleving allerminst het ‘optimum’ te pakken hebben gehad – dus dat we het virus niet optimaal hebben bestreden – is zeer waarschijnlijk. Wat je vooral zag, is dat politici nu eenmaal graag in een overreactie schieten. Ze willen vooral daadkrachtig zijn. Het laatste wat je als beleidsmaker wilt, is moeten toegeven: “We hebben het onderschat, we dachten dat het zou meevallen.” De publieke opinie ziet dat als een zwak verweer. Daarentegen kan een politicus die te radicaal reageerde, altijd nog wegkomen met: “Ja, met de kennis van nu weten we dat het ook wat minder streng had gekund. Maar we zijn in ieder geval daadkrachtig geweest en daarmee hebben we heel veel sterfgevallen voorkomen.” Maar misschien zit die ‘overdreven daadkracht’ nu eenmaal in de mentaliteit van personen die graag de politiek in willen.

We hadden de teugels dus veel eerder kunnen laten vieren?
Ja, achteraf gezien wel. En ik denk dat de overheid dat zelf ook wel weet. Maar soms moet je nu eenmaal té voorzichtig zijn, ook al blijkt achteraf dat het helemaal niet nodig was geweest. Bottom line is dat je koste wat kost een ramp wilt voorkomen. En ook al wordt die ramp geen waarheid, dan betekent dat niet per se dat de foute beslissing is genomen. Ook als recent niet ingebroken is in je huis, is het monteren van goede sloten en het afsluiten van een inboedelverzekering altijd een verstandige keuze. Eigenlijk draait het om statistiek. Als iets in 9 van de 10 gevallen de juiste beslissing is, dan neem je – wanneer in 1 van de 10 gevallen mensenlevens in de waagschaal liggen – het risico niet. En kansen inschatten is lastig, temeer wanneer het om nieuwe, nog onbekende situaties gaat. Als je met preventieve maatregelen ervoor zorgt, dat iets uiteindelijk niet optreedt, kun je achteraf niet zeggen dat die maatregelen niet nodig waren, omdat er niets gebeurd is. Achteraf is ’t altijd makkelijk praten.

Snapte jij alle regels nog? Je mocht bijvoorbeeld niet sporten, maar wel jezelf volvreten bij de McDonald’s.
Dat is in deze crisis altijd heel moeilijk geweest. Het reproductiegetal moest omlaag. Dat probeer je als overheid te doen door maatregelen te treffen die, bij elkaar opgeteld, ervoor zorgen dat de R onder de 1 komt. En dan moet je keuzes maken, grenzen stellen. Dus dan besluit je om de ene sector wel open te houden en de andere niet. En dan vragen critici zich af: waarom mag dit wel en dat niet?

Lijkt me een terechte vraag.
Ja, de overheid trekt ergens een grens en die is altijd arbitrair. Maar het doel is om het aantal verplaatsingen omlaag te brengen. Want hoe meer je met anderen in aanraking komt, des te groter de kans op besmetting. Dus werden winkels gesloten omdat dan minder mensen naar de stad gaan. En als je dan na zes uur niet naar de kroeg mag, dan kun je wel roepen: “Haha, het virus kan helemaal niet klokkijken.” Maar dan snap je het niet. Het is een statistische maatregel waarmee de overheid het totale aantal verplaatsingen omlaag brengt.

Wat mij opviel, is dat het kabinet er nooit echt in is geslaagd om het hele probleem goed en helder uit te leggen.
Ik had gehoopt dat op een bepaald moment de regels ook meer dynamisch zouden worden toegepast. Zo van: de horeca open op donderdag en zaterdag, en de cultuursector op vrijdag. Waarschijnlijk dacht de overheid: ‘dat is helemaal niet uit te leggen’, maar misschien is het juist heel helder. Zo maak je de mensen duidelijk dat de beslissingen een kwestie van statistiek zijn en geen waardeoordeel vormen over of de ene sector nu belangrijker is dan de andere. Een aantal jaren geleden werd dat tijdens zware smog in Parijs ook gedaan. Toen mochten op even dagen alleen de even nummerborden de weg op, en op oneven dagen alleen de oneven nummerborden. Mensen snappen dat.
Maar ongetwijfeld keek de overheid ook naar de impact van bepaalde maatregelen op de totale economie. Als je de R-factor omlaag kunt brengen door een kleine sector op slot te gooien, in plaats van een grote, economisch essentiële sector, dan doe je dat natuurlijk.

Ik betwijfel of de overheid met terugwerkende kracht een voldoende krijgt.
Dat gaan we dan bij de verkiezingen wel weer zien. Wat ik wel eens zou willen weten: hoe goed waren de rekenmodellen? Er werd altijd gesproken over ‘de modellen’. Die waren bijna heilig en zouden als een soort van glazen bol ons de mogelijke toekomstscenario’s laten zien. Aan de hand van die rekenmodellen zijn allerlei beslissingen genomen. Met andere woorden: we kunnen altijd met terugwerkende kracht nagaan hoe goed die modellen werkelijk waren. Daar ben ik echt benieuwd naar, want de boodschap was altijd een beetje dubbel. Aan de ene kant werd gezegd dat de modellen onzeker waren, maar ze werden wél gebruikt om coronamaatregelen door te voeren. En nee, ik geloof geen seconde dat er moedwillig grove fouten of slordigheden zijn begaan. Het enige wat je wel kunt concluderen, is dat wetenschap altijd mensenwerk blijft.

De overige afleveringen uit deze serie vind je hier.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!