Holland über alles

Het is zaterdagmiddag, even na half drie en bloedheet. Er marcheert een bijna naakte, roodverbrande man over de Prinsengracht. Meer dan een oranje slip heeft hij niet aan. Je kan zijn ribben tellen. Op zijn hoofd prijkt een oranje Stahlhelm, onder zijn neus een dito snorretje. “JA-WOHL…! JA-WOHL…!” scandeert de man. Hij heeft er flink de pas in en schopt zijn gestrekte benen tot op borsthoogte de lucht in. Aan zijn voeten bungelen oranje
teenslippers.

Er passeert een jongen op een fiets. Hij is aan het bellen.

De man houdt halt. In zijn linkerhand klemt hij een gastoeter. “HOL-LAND…! HOL-LAND…!” brult hij. Een nevel speeksel glinstert in het zonlicht. De jongen op de fiets kijkt niet op of om.

“NIE-MALS… VER-LIE-REN…!” schreeuwt de man de fietser na. Hij balt zijn rechtervuist en schudt op de maat van de woorden. “NIE-MALS… VER-LIE-REN…!” De fietser slaat een hoek om. De man trekt een nors gezicht en knort iets. Het oranje snorretje wipt boos op en neer.

Hij marcheert eenzaam verder. De straat zindert in de middaghitte. “HOL-LAND…! HOL-LAND…! Een jonge vrouw die hem vanuit de verte tegemoet loopt, steekt snel de gracht over. “JETZT GEHT’S LOSS! JETZT GEHT’S LOSS!”
De man bekijkt zichzelf al marcherend in de spiegeling van een winkelruit. Hij doet er nog een schepje bovenop. Heupen scharnieren als nooit tevoren, de benen gaan nog hoger de lucht in. Een teenslipper verdwijnt met een sierlijke boog tussen een kluwen fietsen. Maakt niet uit. De man heeft er geen weet van. Hij is druk doende zijn gastoeter in gereedheid te brengen.

Een eindje verder, nabij het Anne Frank Huis, staat een immense rij toeristen. In straffe pas marcheert de man langs hen af, zijn hoofd strak naar hen gericht, getergd en met felle ogen. “MIT – NACH – BEI – SEIT – VON – ZU – AUS!” scandeert hij. Zijn roodverbrande armen malen om beurten door de lucht. Af en toe schiet er een gestrekt been tussendoor. “DURCH – FíœR – OHNE – UM!” Daar gaat de tweede teenslipper.

Een Japanner pakt zijn fototoestel. De man ziet het. “FUSSBAL IST KRIEGGG…!” brult hij nu. Hij maakt een halve draai en stampt met mijn rechtervoet op de straatstenen. “ABTEILUNG…! HALT!”
De Japanner richt zijn toestel.
De man lijkt te groeien van trots. “TOTALEN KRRIEGGGG…! HOLLAND íœBER ALLES!”
De lens stelt zoemend scherp.
Dan gebeurt het. “ACHTUNG…!” De man drukt de gastoeter tegen zijn rechteroor. De oranje Stahlhelm valt op de grond.
Het cameraatje klikt.
“FEUERRRR!” brult de man en haalt de trekker over. Het is alsof een misthoorn de complete Prinsengracht schoon blaast.

Het is nog steeds zaterdagmiddag, even na half drie. De Japanner bekijkt de foto op zijn camera en wist hem weer.
Nog vierentwintig uur te gaan.
Laat het alsjeblieft 2-0 worden voor Servië-Montenegro.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!