Nu vraag ik mij toch af: waarom mag de profeet Mohammed niet worden afgebeeld? Het meest gehoorde antwoord: „omdat het niet de bedoeling is dat gelovigen zijn beeltenis gaan vereren. Dat is zondig, want Mohammed was enkel de Boodschapper van Allah.”
Laten we met die kennis eens naar de nieuwe cover van het weekblad Charlie Hebdo kijken. We zien alweer een lelijk mannetje dat Mohammed voorstelt. Hoe groot is de kans dat moslims deze beeltenis gaan aanbidden? Precies, nul.
„Ja maar,” roepen radicale moslims, „die tekening is godslasterlijk!” Oh ja? Hoezo? Mohammed was toch een mens van vlees en bloed, geen god? Dus hoe kan een cartoon van hem dan als godslastering worden gezien? „Omdat Mohammed de spreekbuis was van Allah,” roepen diezelfde moslims. „Door de spot te drijven met hem, drijft de cartoonist automatisch de spot met Allah.”
Zijn we aanbeland bij de hamvraag: is Allah te beledigen? Nee, natuurlijk niet. Een beetje god ís niet te kwetsen – zeker niet door stervelingen. Hooguit voelen zijn volgelingen zich gekwetst. Zo ook de drie Parijse schutters. Twee van hen schoten de redactie van Charlie Hebdo aan gort. Een derde hield huis in een joodse supermarkt. Maar waarom? Als je daadwerkelijk in Allah en de woorden van zijn profeet gelooft, weet je dat Hij de absolute waarheid is. Dus waar wind je je dan in vredesnaam over op? Die ongelovige honden van Charlie Hebdo komen ooit bij jouw Enige Almachtige God terecht, in het hiernamaals. Daar zullen zij op gepaste wijze door Hem worden gestraft. Is dat niet voldoende?
Blijkbaar niet. In essentie illustreren de aanslagen in Parijs enkel het ongeloof van de daders, de eigen onzekerheid. Allah kan het alleen niet af! Hij heeft hulp nodig!
De gedachte dat Allah op eigen kracht Zijn gelijk niet kan halen. Wat is dat voor ijdelheid? Neem nu jihadist Coulibaly, met zijn postuum op internet geplaatste video, waarop hij trots door het beeld paradeert in verschillende outfits, van wit gewaad tot militaire kledij aan toe. Hij legt uit waarom hij de aanslag pleegde. Elk woord dat zijn mond verlaat, dient enkel het eigen ego. Hij! Hij! Hij! Alles draait om hem. Net als zijn sprint de supermarkt uit, zichzelf in een regen van kogels stortend. Oh, heerlijk uur van de dood! Wetende dat zijn foto op de voorpagina van alle kranten wereldwijd zal prijken, en hoe jongeren zijn beeltenis zullen vereren. Niets Inshallah: naar Gods wil. IJdelheid, enkel ijdelheid.
Dat is het enige wat je met absolute zekerheid over dit soort ‚heldhaftige jihadisten’ kunt zeggen. Zo vol van zichzelf dat er geen plaats meer is voor Allah.