Zijn hoofd wordt geëist, maar ik vind hem een held: de directeur van de dierentuin van Kopenhagen. Hij liet de anderhalf jaar oude, kerngezonde giraffe Marius met een geweerschot afmaken. Daarna werd het dier voor het oog van publiek en pers in stukken gesneden en aan de leeuwen gevoerd. De directeur legde uit waarom. Marius (een mannetje) was vanwege zijn bloedlijn (inteelt) ongeschikt voor het internationale fokprogramma waaraan de dierentuin deelnam.
De giraffe kon dus in geen enkele andere officiële dierentuin terecht. Vrijlaten in de natuur dan? Ook geen optie. De kans dat de in gevangenschap geboren Marius in zijn eentje op de Afrikaanse savannen overleeft, is nul. Doneren aan een particuliere organisatie? Nee, helaas. Giraffen mogen enkel op plaatsen worden gehouden waar voldoende expertise aanwezig is. Ook steriliseren verandert niets. Mannelijke giraffen kunnen niet samen in één groep als er vrouwtjes bij zijn. Trouwens, wat moet je met een gesteriliseerd mannetje in een fokprogramma?
Geen speld tussen te krijgen. En daarom vind ik die directeur zo’n held. Hij is de eerste die ons zonder opsmuk de mores toont achter de schermen van een dierentuin. Hij zwengelt de discussie aan: wat moeten we met fokprogramma’s als dit het resultaat is? Het is een publiek geheim dat ook in Nederlandse dierentuinen kerngezonde dieren worden afgemaakt. Alleen, niet in het openbaar. Er is zelfs een term voor: ’fokken & verwijderen’. Bavianen bijvoorbeeld, waarvan bekend is dat zij zich in razend tempo voortplanten. Hartstikke handig in de lente, wanneer bezoekers per se lieve babyaapjes willen zien. Maar daarna een probleem, want eenmaal volgroeid en vruchtbaar, nemen al die om zich heen neukende volwassen bavianen veel te veel ruimte in. Dus worden ze afgemaakt. Net als Marius. Schattig als baby-giraffe om publiek te trekken, maar nu hij vruchtbaar dreigt te worden, plots overtollig.
Oh, de ironie. Denen die zich bekommerden om het lot van Marius, willen nu het hoofd van de directeur. Maar komende zondag staan ze weer in de dierentuin, te loeren naar gekooide dieren. Maar dan wel graag met een directeur die hen de werkelijkheid níét toont. Van je ‚Wir haben es nicht gewusst’ in de Zoo. Welnu, het ís gezien, en niet onopgemerkt gebleven. Een dierentuin is namaaknatuur achter een hek, waar de mens voor God speelt, koud en berekenend. Ja, de dood van Marius was erg. Maar zijn geboorte in gevangenschap, als onderdeel van een fokprogramma, misschien wel nóg erger.