De totale blackout

Wat als heel Nederland wekenlang zonder stroom zit? Of sterker nog, heel Europa of de hele wereld? Is die gedachte enkel voer voor een spannende rampenfilm? Nee, want dát de totale blackout een keer gaat gebeuren, is zeker. De vraag is niet of, maar wanneer…

Vrijdag 8 januari 2021. Europa zucht onder de pandemie. De meest werknemers zitten thuis aan de keukentafel, achter hun laptop, als om 13.04 uur een elektriciteitsstation in het Kroatische dorpje Ernestinovo plots uitvalt. Een domino-effect is het gevolg, want het Europese stroomnetwerk functioneert als één systeem: alles is met elkaar verbonden, van Istanbul tot Lissabon.

Exact 43 seconden na de storing trilt het gehele Europese hoogspanningsnet op haar grondvesten. De ene na de andere elektriciteitscentrale dreigt uit te vallen. Alleen door vliegensvlug complete industriegebieden in Frankrijk en Italië los te koppelen van het elektriciteitsnet, weten de Europese netbeheerders een totale blackout te voorkomen. Na een uur is het Europese stroomnetwerk weer stabiel.

Het incident haalde de Nederlandse kranten niet eens, maar die dag ontsnapte Europa ternauwernood aan een catastrofe. Dertig seconden langer, aldus Duitse media, en het hele Europese stroomnetwerk was omgevallen. De totale meltdown.

En áls energiecentrales massaal ‘omvallen’, dan is het onmogelijk ze weer direct aan de praat te krijgen. Simpelweg omdat de eerste elektriciteitscentrale die opnieuw wordt opgestart, direct weer overbelast raakt.

Een zogenaamde ‘black start’ van het Europese stroomnetwerk zal dus langzaam en gecoördineerd, in fases moet gebeuren. En dat vraagt tijd. Eerst dienen alle landen losgekoppeld te worden, waarna elk land afzonderlijk en regio voor regio het eigen elektriciteitsnetwerk weer moet opstarten. Een operatie die minstens 5 tot 7 dagen in beslag neemt, maar (al naar gelang de ontstane schade) ook 14 dagen of langer kan duren.

De blackout van uur tot uur

Uur 0

Alles wat afhankelijk is van netstroom, valt van het ene op het andere moment weg. Apparaten thuis, op school en op kantoor werken niet meer. Internet valt ook weg op alle laptops, simpelweg omdat modems het niet meer doen. Mensen in liften zitten plots vast. Buiten vallen alle verkeerslichten uit. Chaos op de weg. Treinen, metro’s en trams stoppen ter plekke. Pinnen lukt niet meer.

Bij u thuis valt de verwarming uit, want de cv-ketel heeft elektriciteit nodig, net als uw boiler en (mocht het hoogzomer zijn) de airco. Zelfs de zonnepanelen op uw dak werken niet meer, want ook die draaien op elektriciteit. Wie in een flat woont, merkt dat het toilet nog één keer kan worden doorgetrokken, want de pomp die het water omhoog pompt is ook uitgevallen.

Aanvankelijk overheerst kalmte. Hulpdiensten hebben het druk. Sommige burgers maken zich nuttig en regelen bijvoorbeeld het verkeer.

1 uur onderweg

Niemand die weet hoelang de storing gaat duren, al is wel duidelijk dat heel Europa is getroffen. Iedereen probeert contact te zoeken met naasten. De telefoonmasten (die nu op accu’s werken) raken overbelast, evenals de meldkamers: 112 is slecht bereikbaar.

Vliegvelden schrappen vluchten. De eerste cafés, restaurants en winkels sluiten tijdelijk de deuren, net als fabrieken en kantoren. De meeste supermarkten (graag cash betalen) hebben een noodaggregaat voor 24 uur, net als ziekenhuizen.

2 uur onderweg

Het telefoonnetwerk is uitgevallen, uw smartphone is enkel nog een zaklamp. Her en der werken de belangrijkste masten nog op een dieselaggregaat, maar daarvan mogen alleen de hulpdiensten gebruik maken. Die richten zich nu op de meest kwetsbare groepen, zoals ouderen en zieken. Maar politie, brandweer en ambulances kunnen niet overal tegelijkertijd zijn. Zo telt Nederland een slordige 90.000 liften met daarin duizenden en duizenden mensen die nu al twee uur vast zitten. Intussen zorgen dieselaggregaten voor noodstroom in alle belangrijke overheidsgebouwen. Die communiceren nu met elkaar via de NCV (Noodcommunicatievoorziening). De eerste grote datacenters beginnen uit te vallen. Heel Europa ligt stil.

3 uur onderweg

De situatie wordt chaotisch. Luchthavens hebben 24 uur de tijd om alle vliegtuigen terug aan de grond te krijgen, voordat de generatoren ermee ophouden. Stuwen en gemalen vallen uit, waardoor het waterpeil in sloten, kanalen en meren niet meer beheersbaar is. Tunnels komen onder water te staan. Rioolzuiveringsinstallaties houden op met werken en beginnen afvalwater te lekken dat terug de sloten en rivieren in stroomt. Massale vissensterfte ligt op de loer.

4 uur onderweg

Alle draaiboeken van overheden houden hier zo’n beetje op. U komt er nu pas achter dat koken ook niet meer lukt. De gastoevoer naar uw woning is gestopt door het uitvallen van de pompen. Er is veel verkeer op de weg, overal opstoppingen. Mensen proberen nog snel benzine te scoren. De eerste opstootjes bij benzinestations. Uw regering roept iedereen op thuis te blijven, dus dat doet u. U houdt een transistorradio bij de hand.

8 uur onderweg

Vanaf hier neemt de impact van de stroomstoring exponentieel toe. De situatie is totaal onvoorspelbaar geworden. Nietsdoen voelt verkeerd, dus besluit u te gaan hamsteren. Maar in de enige supermarkt die nog open is, zijn bijna alle schappen leeg. Want ook de bevoorrading is gestopt. Ziekenhuizen verlenen enkel nog hulp aan patiënten met een levensbedreigende aandoening. U denkt aan uw oude, bedlegerige alleen wonende moedertje. U kunt haar niet bellen en zij kan ook niemand bellen. Gaat de wijkzuster nog wel langs bij haar? Wat nu als ze acute gezondheidsproblemen krijgt?

16 uur onderweg

Alle winkels zijn gesloten. Er is nog beperkte korte golf radio. Omroepen melden niet te weten hoe lang ze nog kunnen uitzenden met behulp van hun generatoren.
Om uw kinderen niet te veel te verontrusten, maakt u er die avond het beste van. Kaarsen op tafel, gezellig! Een spelletje Monopoly is ook leuk, nu uw kroost de smartphone zo mist. Morgen is alles vast weer oké.
Als ze eenmaal in bed liggen, staart u buiten in de tuin naar de sterrenhemel. Overal is het aardedonker. Het doet u denken aan een goedkope horrorfilm.

24 uur onderweg

Het eten in uw vriezer begint te rotten. Benzine is enkel nog beschikbaar voor noodhulpdiensten: politie, ambulance, brandweer. In ziekenhuizen vallen de generatoren uit. Patiënten op de intensive care moeten handmatig worden beademd. Ook de generatoren van de stadsriolering houden ermee op. Afvalwater wordt niet meer weggepompt. Uitwerpselen stromen terug uw toilet in, dat overloopt. Mensen jatten elkaars benzine. De buren kloppen aan. Ze vragen om water en wat voedsel, al is het maar om de dag door te komen.

48 uur onderweg

Iedereen in uw wijk is in paniek. Er is geen stromend water meer. In achterstandswijken beginnen de eerste plunderingen. Mensen rennen met plasma-tv’s en spelcomputers over straat. U vraagt zich af waarom; er is immers geen elektra. Die avond ziet u twee vreemde mannen in uw achtertuin. Ze zijn op zoek naar water en blikvoer. U jaagt ze weg met uw honkbalknuppel.

72 uur onderweg

Overal meldingen van branden. Sommige veroorzaakt door kaarsen, maar de meeste door relschoppers. Blussen is nauwelijks mogelijk, want er is geen waterdruk. De noodtoestand wordt uitgeroepen, maar nauwelijks iemand die dat nog hoort. Wie nog een werkende transistorradio heeft, verneemt dat de overheid niet langer kan voldoen aan haar grondwettelijke plicht om het leven en de gezondheid van zijn burgers te beschermen: “Het is niet langer mogelijk om u van essentiële goederen te voorzien.”

96 uur onderweg

Onlusten breiden zich uit. Sommigen spreken van anarchie. Hulpverleners verlaten massaal hun posten. Zij kiezen ervoor om familie en vrienden in veiligheid te brengen. Geef hen eens ongelijk.

120 uur onderweg

Zonder vuilnisophaaldiensten hoopt al het vuil zich op in de straten. De stank is enorm. U houdt de gordijnen gesloten, ook overdag. ’s Avonds kloppen wildvreemden aan bij huizen waar nog licht brand. Overal roven ze blikvoer en water. Ze zijn gewapend met stokken en messen, en verplaatsen zich in groepen.

144 uur (6 dagen!) en verder

De overstromende riolering besmet de laatste overgebleven watervoorraden. De eerste burgers krijgen cholera. Rellen escaleren. De straten zijn nu een slagveld. Een orgie van geweld en waanzin.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

blackout

Hoe groot is de kans op een blackout?

De vraag naar elektriciteit groeit sneller dan voorspeld en zal de komende jaren fors toenemen. Men verwacht een verdubbeling tot zelfs een verdrievoudiging aan het eind van dit decennium. Elektra is het bloed dat door de aderen van de samenleving stroomt. Er zijn vier redenen waarom het risico op een blackout nu groter is dan ooit tevoren.

1 – De stroomtoevoer is onvoorspelbaar geworden

Windparken schieten als paddenstoelen uit de grond. Zonnepanelen zijn nauwelijks nog aan te slepen. Met alle risico’s van dien. Wanneer de zon schijnt en het waait, is de stroomtoevoer te groot. En bij grijs en windstil weer, is die te klein. Het gevolg: hevige schommelingen in het elektriciteitsnetwerk met een grote kans op storingen. Immers, elektriciteit kan niet op grote schaal opgeslagen worden, zoals olie en gas. Het moet op hetzelfde moment worden gebruikt als het wordt opgewekt.

Aan pieken in de vraag naar stroom kan slechts met moeite worden voldaan. Zo vraagt één elektrische auto aan een snellader evenveel stroom als 875 (!) huishoudens tezamen. Hoeveel elektriciteit dan nodig is voor de 30 miljoen elektrische auto’s die in 2030 op Europese wegen moeten rijden, mag u zelf uitrekenen. En alle automobilisten hangen hun wagen ’s nachts aan de lader, als de zon niet schijnt.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Logisch dus dat ervoor gekozen is om het Europese stroomnetwerk steeds meer als één systeem te laten functioneren. Door landen met elkaar te verbinden, kunnen dips en pieken in het netwerk beter worden opgevangen. Simpel gesteld: als het hier niet waait, dan waait het altijd wel ergens anders. Zo kunnen landen elkaar dus te hulp schieten.

Maar het nadeel is minstens zo groot: een calamiteit in het ene land kan nu zorgen voor een kettingreactie in de omringende landen, waardoor elke storing de potentie heeft zich als een olievlek over de rest van Europa te verspreiden. Temeer omdat Europese landen, nu ze bij elkaar leentjebuur kunnen spelen, hebben besloten te bezuinigen op dure back-up voorzieningen.

2 – Hackers

Het Europese stroomnetwerk gaat mee in de vaart der volkeren. Oftewel: digitalisering. Alles draait op complexe software en in de toekomst zullen algoritmen het elektriciteitsnetwerk regelen. Dat maakt energiecentrales tot een interessant doelwit voor hackers, al dan niet werkend voor overheden. De grootste dreigingen zijn afkomstig uit landen als Rusland, China, Iran en Noord-Korea. Maar het westen laat zich ook niet onbetuigd. Zo onthulde de New York Times dat de VS al eens succesvol is binnengedrongen in het Russische stroomnetwerk.

Grote mogendheden zijn dus actief op zoek naar mogelijkheden om het elektriciteitsnetwerk van hun potentiële vijand te saboteren, om zo chaos en instabiliteit te veroorzaken. Janet Napolitano, hoofd van Homeland Security onder Obama, noemde een verregaande aanval op elektriciteitsnetwerken zo goed als 90% zeker in de komende decennia. Zo is het hacken van één schakel in de Europese energieketting (lees: een wat kleiner elektriciteitsbedrijf) al voldoende.

3 – De Electromagnetic Pulse attack (EMP)

Noord-Korea dreigde al met zo’n aanval, die in één klap de elektronische infrastructuur van heel Noord-Amerika kan platleggen. Het recept: laat een of enkele atoombomen hoog in de atmosfeer exploderen en de elektromagnetische energie die daarbij vrijkomt, ‘kookt’ alle elektrische apparaten in een straal van duizenden kilometer. Zo zouden China, Rusland, Noord-Korea en Iran al voorbereidingen hebben getroffen voor zo’n pulse-aanval vanuit de ruimte, in geval van een toekomstig conflict. Kortom: blackout warfare.

4 – Solar Flare (zonnestorm)

Elke 100 tot 200 jaar vindt een zware zonnestorm plaats. Dan spuwt de zon grote hoeveelheden hoog-energetische deeltjes de ruimte in. Een geomagnetische storm die ongevaarlijk is voor de mens, maar wel alle elektrische apparaten op aarde, inclusief de kwetsbare elektronica aan boord van satellieten onherstelbaar beschadigt. De laatste grote zonnestorm was in 1859. Toen rapporteerden telegrafisten over de gehele wereld dat vonken uit hun apparatuur sprongen. Geluk bij een ongeluk: veel meer andere elektrische apparaten waren er toen nog niet.

Hoe dan ook, de zon heeft zijn cycli en de laatste grote zonnestorm is alweer anderhalve eeuw geleden. Wetenschappers waarschuwen dan ook dat een zonnestorm die net zo zwaar is als die van 1859, catastrofale gevolgen zal hebben en zelfs kan leiden tot een jarenlange, wereldwijde blackout. Zij schatten de kans dat een zware zonnestorm de aarde de komende decennia raakt en alle elektra uitschakelt, op zo’n 10 procent.

Springt het buitenland bij?

Vooralsnog beschikt het Nederlandse elektriciteitsnetwerk over een prima betrouwbaarheidsscore van maar liefst 99,998%. Hetgeen betekent dat we in ons land gemiddeld een klein half uur per jaar zonder stroom zitten. De grootste storing ooit in Nederland was die van 2015. Toen zaten in Noord-Holland en Flevoland 1 miljoen huishoudens een uur lang zonder stroom.

Maar TenneT, beheerder van het hoogspanningsnet in Nederland en grote delen van Duitsland, benadrukt dat met de komst van meer stroom uit wind en zon de elektriciteitsproductie minder constant zal zijn. Sterker nog, vanaf 2025 voldoet het Nederlandse systeem niet meer aan de vastgestelde criteria voor leveringszekerheid. TenneT gaat ervan uit dat in geval van nood het buitenland dan bijspringt.

In een interview met NRC Handelsblad wijst de operationeel directeur van TenneT naar Zuid-Afrika. Dat land heeft regelmatig te maken met load shedding: geplande momenten (meestal brokken van 2,5 uur) waarop complete gebieden worden afgesloten van stroom, omdat dips in de opwekking van elektriciteit anders kunnen zorgen voor een blackout. Een scenario dat ons mogelijk ook te wachten staat, want “na 2025 is stroom niet meer vanzelfsprekend.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Preppen

Sommige mensen ‘preppen’ (‘to prepare’ in het Engels) voor een blackout. Wat kan helpen? Nuttige spullen zijn: een transistorradiootje op batterijen (of een opwindradio, die net zo werkt als een knijpkat). Led-zaklampen. Opgeladen powerbank. Drinkwater en voedsel (conservenblikken) voor 14 dagen. Medicijnen. Kaarsen. Lucifers. Een volle jerrycan benzine. Campinggas. Barbecue plus kolen (om al het vlees uit uw vriezer in een keer te bakken op de barbecue). Hout. Wat cashgeld zodat je de eerst dag(en) nog naar de winkel kunt.

Wilt u het preppen echt serieus aanpakken, schaf dan een kleine, oude dieselgenerator aan. Die apparaten kunnen overweg met zo ongeveer elke soort olie. En verder: zorg dat je weet hoe je thuiskomt met de bus. Dat is het enige openbaar vervoer dat in de eerste uren na een blackout nog rijdt. Of u neemt een taxi en betaalt daarvoor de hoofdprijs.

Tot slot: bazuin niet rond op feestjes dat u voorbereid bent. Sluit bij een blackout die mogelijk langer dan een dag gaat duren de gordijnen en laat geen elektra branden. Want bedenk: beschaving is niets meer dan een dun laagje vernis. Of zoals Albert Einstein ooit zei: “Ik weet niet met welke wapens de Derde Wereldoorlog zal worden gevoerd, maar de Vierde Wereldoorlog wordt uitgevochten met stokken en stenen.”

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!