Of de gasprijs dit najaar nóg verder stijgt? Dat is een vraag die Frans Timmermans minzaam wegwuift: “Ik douche sowieso altijd koud.” Samen staan we in de badkamer van zijn Brusselse pied-à-terre. Timmermans zo goed als naakt, met enkel een strak uitgesneden zwemslip aan. Ik geheel gekleed met mijn blocnote in de aanslag.
“Steeds als ik ijskoud douche, dan sterf ik een beetje,” vertelt hij enthousiast. “Dat is goed, want de koude die dan door mijn lijf stroomt, leert mij dat ik in staat ben mijn lichaam ondergeschikt te maken aan mijn geest.”
Timmermans demonstreert het me graag. Hij betreedt zijn inloopdouche en draait met één ruk de koude kraan helemaal open. Een gilletje van schrik ontsnapt hem. “Dit is zó intens!” roept hij met rillende stem. “Maar het is belangrijk het vlees te laten wennen aan deze vorm van boetedoening.”
“Boetedoening?” vraag ik verbaasd.
“De Europese Commissie is vóór elke vorm van lijden die bijdraagt aan het behalen van de klimaatdoelen.”
Het water klettert. Ik kijk naar Timmermans’ slordig geboetseerde lijf. Hij staat rillend onder de koude straal, beide vuisten voor de mond, zijn onderarmen verkrampt tegen elkaar gedrukt.
“Maar dit is toch gewoon zelfkastijding?” probeer ik.
Timmermans schudt klappertandend zijn hoofd: “Ik ervaar juist schoonheid. Door zelf te lijden tijdens het koud douchen, neem ik de zonden van alle Europeanen op me. Meer precies, van hen die wel nog steeds warm douchen. Want dat zijn straks de verworpenen.”
“De verworpenen?” vraag ik. “Maar wat staat hen dan te wachten?”
“Financiële boetedoening! De gesel van de gasprijs is het beste middel tegen de zondige neigingen van burgers. Zo stimuleer ik hen om in mijn voetsporen te treden. Wat dat betreft zie ik mezelf toch een beetje als een apostel. Ik predik het woord van Moeder Aarde.”
“Apostel? Prediken?” Ik kijk hem niet-begrijpend aan.
“Vroeger kende men de strijd tegen de duivel. Nu voeren we strijd tegen de opwarming van de aarde. Dus rijst komende winter enkel nog de vraag: Weersta ik manmoedig het koude water óf laat ik mij liever in met de Satan, die me probeert te verleiden met warmte en comfort?”
Met een blauw uitgeslagen huid komt Timmermans onder de douche vandaan. “En vergeet u daarbij niet: Allen, ja allen zijn wij schuldig!”
Als om zijn woorden kracht bij te zetten, grijpt hij een kletsnatte handdoek, valt op zijn knieën en begint zichzelf ritmisch af te zwepen. “Zelftuchtiging door middel van geseling,” prevelt hij, “niet alleen om de natuur gunstig te stemmen, maar ook als boetedoening.” In een steeds sneller ritme striemt de handdoek. “De toorn der natuur kan alleen getemperd worden als we het vuil in onze ziel onder ogen komen! We moeten offers brengen!” Diepe, rode lijnen verschijnen op Timmermans’ rug.
Ik weet genoeg. Hoog tijd om maar weer eens te vertrekken. Zachtjes sluit ik de badkamerdeur achter me en ren dan de trap af. Weg hier.
“Een schuldbelijdenis aan alle gletsjers!” hoor ik Timmermans nog net extatisch schreeuwen.