Vanavond op het Willemsplein in Rotterdam én live op tv: The Passion, over de laatste uren van Jezus’ leven en zijn opstanding uit de dood, opnieuw verteld middels hedendaagse Nederlandse popliedjes.
Gisteren mocht ik de generale repetitie bijwonen en het was zeer indrukwekkend. Het moet gezegd: Danny de Munk zet een monumentale Jezus neer. Maar ook Charly Luske springt in het oog. Hij geeft Judas een mooie menselijke kant, boordevol hoop, angst en twijfel. Zoals de scène waarin Judas in wilde paniek om Jezus heen cirkelt terwijl hij “Ben ik te min?” (van Armand) ten gehore brengt. De uiteindelijke Judaskus vormt het eerste hoogtepunt van The Passion. De manier waarop Jezus gepijnigd “Je loog tegen mij” (van Drukwerk) zingt, bezorgt je als toeschouwer kippevel.
Hierna ontwikkelt The Passion zich tot een emotionele rollercoaster. Henk Poort geeft een bijzonder krachtige invulling aan Pontius Pilatus, de Romeinse magistraat die zijn handen wast in onschuld. Zijn swingend gebrachte “Kleine wasjes, grote wasjes” (van Trafassi) raakt je als toeschouwer vol in het gezicht. Maar tijd om bij te komen is er niet. Zeer aangrijpend is de kruisiging. Danny de Munk zingt heel kwetsbaar “Ik voel me zo verdomd alleen”. Ook de sterfscène waarin hij met een langzaam ijler wordende stem “Mag het licht uit?” (van De Dijk) ten gehore brengt, snijdt je door de ziel. Net als de zelfmoord van Judas: Luske zingt een prachtig gedragen uitvoering van “Oh was ik maar bij moeder thuis gebleven”, als was het een requiem. Zoveel wroeging en spijt, het is om nooit te vergeten.
Pas dan valt, door een uitgekiende belichting, het rotsblok van papier-maché op. Met daarachter de grot waarin Jezus’ levenloze lichaam ligt. Middels een door de aartsengel Gabriël (Dries Roelvink) gezongen “Ik heb geen zin om op te staan” wordt de tijdspanne tot de uiteindelijke wederopstanding op prachtige wijze overbrugd. Ook Frans Bauer draagt zijn steentje bij. Hij is Petrus, de apostel die Jezus tot drie keer toe verloochent. Zijn vertolking van Guus Meeuwis’ “Ik tel tot drie, 1, 2, 3 en dan gaat ’t gebeuren” is tevens de opmaat tot de herrijzenis. Deze is van een betoverende schoonheid. Danny de Munk duwt het rotsblok opzij, schrijdt met gespreide armen naar voren en zingt in een zee van licht “Heb je even voor mij?”, begeleid door een 45-koppig gospelkoor. Eerlijk is eerlijk, ik heb moeten huilen. Pas toen ik naar huis reed, begreep ik waarom: eindelijk heb ik Jezus leren kennen.