Maak kennis met de Duitse longarts Wolfgang Wodarg. Ten tijde van de Mexicaanse griep was hij heel even in het Nederlandse nieuws. Wodarg vond het onbegrijpelijk dat Nederland voor 250 miljoen euro vaccins aanschafte voor “een flutramp”. Hij kreeg gelijk. Ab Osterhaus niet. Maar ja, die had dan ook aandelen in griepvaccins.
Inmiddels is Wodarg met pensioen. In zijn werkzame leven runde hij als medicus zijn eigen Sentinel; een specialistische onderzoeksgroep voor o.a. pandemiebestrijding. In het filmpje onderaan dit artikel legt hij uit waarom we wereldwijd elk jaar met nieuwe virussen te maken krijgen. Virussen veranderen (muteren) continu om te kunnen overleven, want anders worden ze door ons immuunsysteem herkend en geneutraliseerd. Daarom hebben we elk jaar dus te maken met nieuwe varianten op al bekende virussen.
Tot voor kort was er weinig aandacht voor de vraag wélke virussen griep veroorzaken en met welke frequentie. De griep was gewoon de griep. Het hoorde erbij. Wodarg verhaalt hoe onderzoekers in het Schotse Glasgow indertijd (van 2005 tot 2013) een tiental verschillende griepvirussen observeerden. Ze wilden weten welke ziekteverwekkers aanwezig waren bij de in die jaren heersende acute luchtwegaandoeningen. En wat bleek? Coronavirussen waren elk jaar van de partij tijdens het griepseizoen, met percentages schommelend tussen de 5 en 15 procent.
Wat is er dan in China gebeurd?
In de stad Wuhan staat het grootste virusveiligheidslaboratorium van China. Het krioelt er van de specialisten die niets anders doen dan virussen observeren en cultiveren. Wuhan telt tal van grote ziekenhuizen met (hoe kan het ook anders in een stad van 11 miljoen inwoners) grote aantallen intensive care units. Honderden mensen liggen daar dag in dag uit aan de beademing, bijvoorbeeld vanwege een longontsteking.
Een klein aantal van alle luchtwegpatiënten (minder dan 50) werd op nieuwe virussen getest. Specialisten analyseerden het afgenomen RNA en vonden een nieuw soort corona.
Als een viroloog dergelijke data vindt, dan stuurt hij die door naar een grote centrale database, zodat ze wereldwijd toegankelijk zijn voor wetenschappers. Dus ook voor virologen in het Charité-ziekenhuis in Berlijn, de grootste universiteitskliniek van Europa. Zij ontwikkelden een ‘in-house’-test waarmee deze speciale, ‘nieuwe’ corona-variant mogelijk kon worden aangetoond.
Normaliter wordt een dergelijke test eerst intensief gevalideerd en gecontroleerd. Vragen als ‘wat zegt deze test eigenlijk?’ en ‘Wat meet deze test nu precies?’ dienen beantwoord te worden. Maar de tijd drong. Er was paniek én er was verder geen officieel gevalideerde test voorhanden. Dus besloot de WHO deze ‘in-house’-test in godsnaam dan maar goed te keuren, zodat deze direct overal gebruikt mocht worden.
Maar, zegt Wodarg, een viroloog kan aan de hand van een dergelijke test onmogelijk zeggen of dit virus gevaarlijk is of niet. Want hoe zou hij dat moeten weten? Hij kan dat enkel beoordelen aan de hand van het ziekteverloop en aan de hand van de epidemiologische gegevens die na verloop van tijd beschikbaar komen. Hóé ziek worden mensen? En hoe snel herstellen ze? Overlijden significant meer mensen dan voorheen?
Wil je het werkelijke gevaar van dit ‘nieuwe’ virus kunnen beoordelen, dan dien je dus de gegevens van voorgaande jaren te analyseren. Je vergelijkt, kijkt naar de sterftecijfers. Hoeveel mensen zijn er toen gestorven aan virale infecties? En hoeveel nu?
Als je op het hoogtepunt van een griepepidemie de totale bevolking test, dan tref je volgens Wodarg bij ongeveer 7 tot 10 procent een virusinfectie aan. Als je de mensen in de wachtkamer van de huisarts test, zal dat percentage wellicht iets hoger liggen. En test je enkel ziekenhuispatiënten, dan natuurlijk helemáál.
Met andere woorden: je zult altijd pakweg 7 tot 15 procent aan virussen vinden. Maar zelfs dan kun je nog steeds niet met zekerheid zeggen, dat dat virus ook de directe doodsoorzaak is. Immers, de patiënt kan ook overlijden aan een andere ziekteverwekker, terwijl het coronavirus toevallig óók in hem of haar aanwezig is.
En de situatie in Italië dan?
Die roept bij Wodarg diverse vragen op. “In de eerste plaats wil ik weten wáár die (beperkt beschikbare) tests afgenomen zijn. Wie werden getest, welke groep? Als je enkel de zwaar zieke, terminale patiënten in het ziekenhuis test, dan neemt het sterftecijfer van corona rap toe. Want je zoekt er gericht naar in een niet-representatieve groep.” Inmiddels blijkt uit onderzoek dat 99 procent van de Italiaanse coronadoden onderliggende ziekten had.
Je moet volgens Wodarg dus heel goed kijken naar de “ziekte-specifieke” sterfte. Als een x-aantal patiënten een bepaalde ziekte heeft, welk percentage van hen sterft dan ook daadwerkelijk aan dit ‘nieuwe’ virus? Seizoensgebonden acute luchtwegaandoeningen (de ‘gewone’ seizoensgriep) kent een sterftecijfer van 0,1 procent. Van elke duizend personen die de griep krijgen, sterft statistisch gezien één persoon.
Naar dát cijfer moeten we kijken, volgens Wodarg. Oftewel de ‘oversterfte’. En die ligt in Duitsland tussen de 20.000 tot 30.000 mensen. Zij sterven jaarlijks aan de seizoensgriep.
Corona en sterfte
Rijst de vraag: sterven er nu meer mensen als gevolg van het huidige coronavirus dan in voorgaande jaren? Wodarg slaat aan het rekenen. “Zo’n 5 tot 15 procent van alle griepvirussen zijn coronavirussen. Laten we voor het rekengemak uitgaan van 10 procent. En laten we ook aannemen dat de afgelopen jaren alle ernstig zieke patiënten in ziekenhuizen zijn onderzocht en getest op coronavirussen (dat is natuurlijk niet gebeurd, maar we nemen het even aan). In dat geval zou in Duitsland bij 2.000 tot 3.000 van de 20.000 tot 30.000 mensen die jaarlijks aan ademhalingsziekten sterven, coronavirussen kunnen worden aangetoond. Van dergelijke aantallen (Duitsland telt op het moment van schrijven 84 doden – LK) zijn we nog steeds heel ver verwijderd.”
Terug naar de virologen. Zij maakten met hun ontdekking behoorlijk wat indruk op de Chinese overheid. Die greep haar kans. Dit was de ideale aanleiding om burgers duidelijk te maken dat alle controle en privacy-schendingen voor hun eigen bestwil zijn. De genomen maatregelen overstegen direct alle virologische en medische kaders.
Het regime demonstreerde zijn slagkracht. In de straten en metro’s van China werd overal en bij iedereen de temperatuur genomen. Dat was zo opzienbarend en nieuwswaardig dat het wel internationale impact móést hebben. Nadat media erover berichtten, moesten politici wel een statement maken. Of op zijn minst een standpunt innemen.
Maar ja, weten die politici veel. Dus vroegen ze virologen om raad. Vanzelfsprekend bestempelden virologen dit nieuwe virus als een zeer serieus te nemen kwestie. Waarop ook het westen begon met het testen van patiënten die zich met griepverschijnselen meldden bij hulpdiensten.
Het vliegwiel begint te draaien
Politici wezen naar de virusexperts als hen werd gevraagd naar de reden voor alle genomen maatregelen. En de virologen? Die sponnen er goed garen bij, gestimuleerd door de net zo gretige media. Immers: elke viroloog die niet met zijn hoofd op tv is gekomen om iets verontrustends te melden, die telt niet meer mee. Alle beslissingen inzake genomen noodmaatregelen, de vrijheid die burgers in tal van landen werd ontnomen en wie wel of niet in quarantaine moet, zijn hiervan afgeleid.
Inmiddels zijn we volgens Wodarg zover dat het voor virologen én politici bijkans onmogelijk is om te zeggen: “Stop! Misschien is er in wezen weinig tot niets aan de hand!” Dat maakt corona ook tot een politiek virus. Het doet denken aan het sprookje van De Nieuwe Kleren van de Keizer. Er was slechts één kindje dat riep: “Hé kijk, hij is helemaal naakt!” Want de hovelingen die de keizer naar de mond praten, diegenen aan wie de regering steeds weer om advies vraagt, werken maar al te graag mee aan het buiten proportie opblazen van de gehele kwestie. Plots zijn ze o zo belangrijk. Ministers die soms letterlijk door de hoeven zakken, bouwen op hen!
Wodarg meent dat er geen enkele sprake is van een nuchtere aanpak. Een aanpak die slechts één vraag stelt: “Hóé heb je wetenschappelijk verantwoord kunnen vaststellen dat dit virus zo gevaarlijk is? En hoe was het dan vroeger? Hadden we dit virus vorig jaar ook al niet? Is het echt iets nieuws?” Al die antwoorden ontbreken. “En dan zie je: de keizer ís naakt.”
Karaktermoord
Tot zover Wolfgang Wodarg. Welbeschouwd zegt hij enkel dat het nog veel te vroeg is om nu al conclusies te trekken, ondanks al die doden in Italië. Ik ben geen deskundige, maar wat vóór hem pleit, is dat hij vrijuit kan spreken. Hij is met pensioen, heeft geen onderzoeksgelden meer nodig en kan zeggen waarop het staat. In 2009 (Mexicaanse griep) had hij ook gelijk, dus het minste wat we kunnen doen, is hem aanhoren.
In plaats daarvan werd Wodarg de afgelopen dagen door Duitstalige media gecriminaliseerd. Hij zou een verspreider van nepnieuws zijn. Er werden mugshot-achtige foto’s van hem getoond op tv, met een balkje voor de ogen.
Zoiets stemt tot nadenken. Het is ronduit eng hoe een erkend wetenschapper kaltgestellt wordt, enkel en alleen omdat zijn mening afwijkend is. Wodarg ontkent alle doden niet, hij propageert enkel de helikopterview. Maar blijkbaar is dat al genoeg voor karaktermoord. Waarom eigenlijk?
Negen van de tien keer luidt het antwoord: geld. Dankzij het coronavirus kunnen virologen als Ab Osterhaus er gevoeglijk op vertrouwen dat hun onderzoeksbudgetten de komende jaren minstens worden verdubbeld. Geef ze eens ongelijk. Ik zou waarschijnlijk precies hetzelfde doen. En als ik de directeur van een kapot bezuinigd ziekenhuis was dat alle toeloop maar nét aankan, dan zou ik op zijn minst melden dat het echt niet meer gaat. Je bent gek als je dat niet doet. Trouwens, de media dikken het met alle liefde verder aan.
Wat tégen de visie van Wodarg pleit, is het feit dat dit specifieke coronavirus van dieren naar mensen is overgesprongen; het is ‘zoögeen’. En het kan een dermate zware aanslag op de longen plegen, dat sommige patiënten wekenlang op de intensive care moeten verblijven. En hoe je het ook wendt of keert, een vaccin is er (nog lang) niet. En een werkzaam medicijn ook niet.
Niemand die het weet!
Maar intussen is het mij, als simpele nieuwsconsument, wel duidelijk: niemand die het weet! Dat is voor veel mensen het meest beangstigende van alles. Hele volksstammen die – kapot gebeukt door de media – eisen dat de overheid hen in hun eigen huizen opsluit. Social distancing (waar ik me ook netjes aan houd) gaat hen niet ver genoeg. Wat moet je dan als politicus? Dan ga je op voorspraak van virologen maar uit van het worstcasescenario.
Verstandig? Angst is altijd een slechte raadgever. Wereldwijd worden nu duizenden miljarden euro’s uitgegeven om een virus dat we in wezen niet kennen, de kop in te drukken. Voor de helikopterview: aan de seizoensgriep sterven jaarlijks wereldwijd ongeveer 650.000 mensen. De corona-teller staat op het moment van schrijven (22 maart) op wereldwijd 13.000 slachtoffers. Om het een en ander in perspectief te plaatsen: wereldwijd sterven elke dag zo’n 160.000 mensen. Niet elke drie maanden (zolang beheerst het coronavirus de media). Nee, élke dag. Wat dat betreft slaat corona nog geen deuk in een pakje boter.
Maar ja, better safe than sorry, nietwaar? Tenminste, als je voor het gemak even vergeet dat die duizenden miljarden aan overheidsuitgaven weer moeten worden terugverdiend. Hoe? Via bezuinigingen. Op de gezondheidszorg bijvoorbeeld, op de (verkeers)veiligheid, op ontwikkelingshulp en op tal van andere zaken die uiteindelijk ook hun tol in mensenlevens zullen eisen. Om nog maar te zwijgen van het allang aangetoonde verband tussen economische crisis en zelfdoding. Tijdens de kredietcrisis waren dat er alleen al in Nederland naar schatting tweeduizend.
Kijk, dáár zou ik wel eens een onderzoek naar willen zien. Hoeveel mensen we, verdisconteerd met die toekomstige cijfers, uiteindelijk ónder de streep gered hebben. Mijn gok: helemaal niemand. Maar intussen hebben we onszelf wel als lemmingen in een economische crisis gestort.
Met dank aan Louise Bartels voor de vertaling uit het Duits!