Vroeger dachten we altijd dat kennis de burger zou verheffen. Daarom werden bijvoorbeeld openbare bibliotheken opgericht: als mensen toegang hebben tot informatie, zo was de redenatie, dan wordt alles beter. Wie meer belezen is, is ook slimmer. En weldenkender.
Soms vraag ik me af wat droeviger is: de overvolle IC’s in ziekenhuizen of de schijnbare achteloosheid waarmee overheden in het ‘vrije’ westen de grondrechten van burgers ontmantelen.
Astrid leeft twee levens. Door de week heeft ze het druk-druk-druk. Belangrijk werk, veel aanzien en deadlines die gehaald moeten worden. Vergaderen, overleggen, enfin, je kent het wel. Maar in het weekend start Astrids andere leven. Dan begint de donkere tunnel.
“Kijk maar weg!” mompelen verstokte krantenlezers als ik ze vertel dat ik het nieuws niet volg: “Steek je kop maar in het zand!” Ongelooflijk vinden ze het, die desinteresse. Zij maken zich tenminste wél druk over het coronavirus.
Laatst zag ik de online documentaire Being 97 over de Amerikaans filosoof en psycholoog Herbert Fingarette. In zijn werkzame leven schreef Fingarette (97 ten tijde van de documentaire) veel over de dood. Dat deed hij op een bijna koddige manier.