Elke Dag Sterven

‘Kleine flarden van een grote oorlog’ lees ik in mijn reisgids. Dat is niets te veel gezegd. In Ieper wordt het verleden levend gehouden. Niet alleen door musea, maar bijvoorbeeld ook door boer Covemaeker die hier in 1986 bij het ploegen een granaat uit de Eerste Wereldoorlog naar boven haalde. Hij was op slag dood.

Zijn zoon plantte een boompje op de plaats des onheils. Ter nagedachtenis. Vreemde aanblik, een kale akker met in het midden die boom.

In Ieper werd tijdens de Eerste Wereldoorlog non-stop gevochten. Beide partijen, de Duitsers en de geallieerden, hadden zich ingegraven. Vier jaar lang, 24 uur per dag bestookten ze elkaar met granaten. De frontlinie zou nooit verplaatsen, ondanks een half miljoen doden. Ook de stad zelf overleefde niet, maar Ieper werd in de oorspronkelijke staat herbouwd.

Busladingen hoogbejaarde toeristen overspoelen nu de stad. ‘s Ochtends trekken ze vanuit de hotels richting begraafplaatsen. Op zoek naar vader die hier als jongeman aan flarden werd geschoten of door de modder verzwolgen.

Eigenlijk is Ieper het hart van het grootste kerkhof ter wereld. De stad wordt omringd door 170 militaire begraafplaatsen. Het is een trieste aanblik. Overal kruisen, zo ver het oog reikt.

De Eerste Wereldoorlog was de Grote Oorlog. Een oorlog die aan alle oorlogen een eind moest maken, maar een eeuw later is het nog steeds de totale zinloosheid die zo’n indruk maakt.

De teksten in Elke Dag Sterven zijn gebaseerd op (en ontleend aan) persoonlijke herinneringen van hen die vochten en leden in de Eerste Wereldoorlog. Niets is zomaar verzonnen.

“Ik zie een compleet regiment
rustig voorwaarts lopen.
Langzaam verdwijnen ze in de rook.
Het geschreeuw en de kreten komen hier maar vaag door.
Daarna is het stil.
We wachten uren en uren,
maar hebben ze nooit meer teruggezien.”

“Voor we aanvallen krijgt iedere soldaat twee glazen brandewijn van de fourageur.
We glimlachen bemoedigend naar elkaar.
Niemand wil een grotere lafaard zijn dan zijn buurman.”

“De doden, ze hebben niets meer te zeggen.
Ik kijk naar hun ondoorgrondelijke gezichten.
Doorzoek de lijken.
Neem hun identiteitsplaatjes.
Het voelt als heiligschennis.”

“Minuten verstreken.
De lucht was zwaar van de geur van bloed.
Misschien zijn wij erger dan moordenaars.
Zij worden ook maar gestuurd.
Maar wat hadden we anders moeten doen?”

Meer zien en lezen?

Op Historiek.net een voorpublicatie van Elke dag sterven.

Recensie Brabants Dagblad, 20 november 2014 (PDF).

Fragment uit recensie op svbtle.com:
In Elke dag sterven lijkt het meest aangrijpende moment ook bewaard tot het laatst. Eind oktober is aan het front nog helemaal niets veranderd. In de loopgraven liggen nog altijd soldaten te wachten op het sein voor de volgende aanval. En het hemelwater komt nog altijd met bakken uit de lucht. Pagina’s zijn echter alleen nog diep zwart en teksten een paar halve woorden lang. Hier sublimeert Koelman tekst en beeld tot een keel dichtknijpend, soterisch slot.

Fragment uit recensie op de website van Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog:
Bajonetaanvallen volgen, kameraden sterven, het niemandsland vol slachtoffers, nachtelijke patrouilles, de generaal die de troepen moed komt in spreken, tot het beklemmende verhaal tot een climax komt. Koelman weet door zijn tekeningen en tekst te boeien. De waanzin en zinloosheid spat van het papier af.

Trailer (door Laurens Lammers)

Kenners over Elke Dag Sterven


De Nederlandse componist Ronald Bouman liet zich door mijn graphic novel inspireren!
Hij componeerde stukken op basis van teksten uit Elke Dag Sterven en gedichten, geschreven tijdens de Eerste Wereldoorlog. Luister hier naar een radio-interview met hem:

Zelfs ‘Elke Dag Sterven’ lezen?


Paperback of Ebook

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!